West-Friesland

Op woensdag 18 maart a.s. is het zover – dan trekken we (hopelijk) massaal naar het stembureau om nieuwe Provinciale Staten te kiezen. Uiteraard gaan wij, in Westfriesland-Oost,  de statenleden kiezen voor de provincie Noord-Holland.

Een spannende dag, omdat we hopen op een flinke winst voor onze partij. Daardoor wordt onze invloed in de provincie groter, maar krijgt het huidige kabinet Rutte-II het ook moeilijker. De komende statenleden kiezen namelijk op 25 mei a.s. de nieuwe leden van de Eerste Kamer. In de Eerste Kamer hebben VVD en PvdA nu al een minderheid, en die minderheid zal, als we de peilingen mogen geloven, nog groter worden.

Al direct na de Tweede Kamerverkiezingen in 2012 moest het kabinet op zoek naar steun bij andere partijen. U weet het nog wel: het ene ‘akkoord’ na het andere passeerde de revue. Daarmee verzekerden VVD en PvdA zich van gedoogsteun in de Eerste Kamer, omdat voorstellen van het kabinet in de Senaat niet direct op een meerderheid konden rekenen.

Straks worden de verhoudingen tussen de partijen heel anders. Zowel VVD als PvdA gaan veel verliezen, dat lijkt wel zeker. Dat gaat betekenen dat ze veel meer steun moeten zoeken bij andere partijen, waarbij natuurlijk eerst de partijen van de ‘constructieve oppositie’ zullen worden benaderd. Wat er positief is aan ‘constructief’ in dit afbraakbeleid is overigens niet helemaal duidelijk.

We zien nu al dat Rutte regelmatig flirt met D66, CDA en GroenLinks. Hij heeft hen namelijk nodig om verder te gaan met alle plannen en wetten die het rechtse beleid nog verder vorm moeten geven. Het ‘linkse’ PvdA doet vrolijk mee met het uitvoeren van het VVD-plan. Daarmee is het niet onmogelijk dat één van de twee straks de stekker uit het kabinet trekt, omdat het draagvlak voor het asociale beleid steeds kleiner wordt, of zich over veel meer partijen moet verspreiden.

Ook voor mij persoonlijk wordt 18 maart een spannende dag. Als nummer 5 van de kandidatenlijst van de SP voor Noord-Holland zal ik ’s avonds weten of ik plaats mag nemen in de statenfractie. Onze partij heeft nu vijf zetels en het moet wel heel gek lopen als we die niet houden. Peilingen wijzen op winst, maar het blijven peilingen. Het opkomstpercentage is een belangrijke factor voor het uiteindelijke resultaat. De opkomst is onder andere afhankelijk van de weersomstandigheden en van de bereidheid van mensen om even langs het stembureau te gaan. Bij mooi weer is de opkomst groter.

Plaats nemen in de toekomstige statenfractie, naast ervaren politici als Remine Albert (lijsttrekker) en Marnix Bruggeman,  betekent veel in-lezen in de onderwerpen die in de provincie aan de orde komen. Daarbij is de afgelopen tijd gebleken dat die onderwerpen onze dorpen en steden ook direct (kunnen) raken: openbaar vervoer, windmolens, cultuur, winkel- en industriegebieden. Deze zaken overstijgen het belang van de zelfstandige gemeenten maar moeten ‘met elkaar’ geregeld worden, waarbij ik uiteraard ga strijden voor alle mensen.

We hebben in de afdeling de afgelopen weken flink gewerkt aan het voeren van campagne. Een ploegje actievelingen plakte onze posters op de vele verkiezingsborden. Anderen brachten vrijwel huis-aan-huis de leuke vouwboekjes rond, met het promotieverhaal van onze partij. Ook stonden en aantal SP’ers met regelmaat in de dorpen en steden om met de kiezer te praten, de mensen te voorzien van flyers (en bonbons!). Dank voor alle inzet.

Ook organiseerden we op 25 februari een Politiek Café in het Enkhuizer Café De Slof, in de Westerstraat. We nodigden D66 uit om daarbij aanwezig te zijn, omdat zij ook een kandidaat uit Enkhuizen op de lijst hebben op een verkiesbare plaats. We hadden over de rol van Provinciale Staten in het besturen van de provincie.

En nu bent u aan de beurt. Aan u straks de echte keuze. Welk vakje kleurt u ‘rood’?

Ga vooral stemmen, want wij kunnen echt het verschil maken.

Om toch even reclame te maken voor mezelf: wat dacht u van “LIJST 5 – NUMMER 5”