h

Eerlijk delen

2 november 2014

Eerlijk delen

In mijn werk als leerkracht op een basisschool word ik vaak geconfronteerd met de term ‘eerlijk delen’. Niet alleen is het een wezenlijk onderdeel van het rekenprogramma – ‘delen’ is één van de vier pijlers van ons rekensysteem – maar voor kinderen heeft ‘eerlijk delen’ ook echt iets rechtvaardigs. Als je samen wilt spelen of als je een handje snoepjes krijgt schept ‘eerlijk delen’ een band en is de basis van je samenzijn ook positief. Het is een goede basis om samen verder te gaan.

We vinden het als opvoeders – leraren, ouders – belangrijk dat kinderen ‘eerlijk delen’ ervaren. Dat heeft twee richtingen. Als je minder hebt dan de ander, of misschien zelfs niets, dan is het prettig om iets van een ander te krijgen. Het voelt aangenaam als een ander jou betrekt bij wat de ander al heeft. Dan kun je samen verder. Maar ook andersom ontstaat iets waardevols. Als jij veel hebt (of alles) en je deelt daarvan iets met anderen, dan geeft dat een prettig gevoel. Een ieder die dit leest weet welk gevoel dat is. Wij vinden het belangrijk dat kinderen beide richtingen ervaren, en we vertellen er ook altijd bij dat het ‘delen’ van iets een plezierig gevoel geeft en een plezierig gevolg heeft.

In de maatschappij lijkt het allemaal heel anders te gaan. Hoe zit het met het gehalte aan ‘eerlijk delen’ in onze samenleving?  Vooral in tijden van economisch en sociaal moeilijke tijden is het evenwicht al snel zoek en komen de verhoudingen al snel op scherp te staan.  Wie moet de achteruitgang betalen?

De vraag is natuurlijk: “wat” moeten we met elkaar betalen. In de huidige financiële en economische crisis hebben vooral de banken een flinke veer gelaten, voornamelijk door hun eigen werkwijze overigens. Omdat de banken een zeer belangrijke rol spelen in de economie betekende crisis bij de banken direct een crisis in de economie. De neo-liberale regeringen, in Nederland maar ook in de ons omringende landen, zet alles op alles om de financiële situatie weer op orde te krijgen. Minder geld uitgeven en meer geld binnenkrijgen – daardoor verbetert je financiële situatie.

De vraag is echter: waar geef je minder geld aan uit, en hoe haal je meer geld binnen? We merken op dit moment volop op welke manieren de overheid minder geld uitgeeft: enorme bezuinigingen op de zorg, op het onderwijs, op de werkvoorziening, op de uitkeringen. Meer geld binnenkrijgen kan door middel van het verhogen van de belastingen, in de vorm van btw-verhoging, inkomstenbelasting, premieverhogingen. 

De afgelopen week is er in Den Haag veel aandacht geweest voor ‘belastingen’. Zo stelt onze SP voor om mensen met veel geld meer belasting te laten betalen. Zo krijgt de overheid meer geld binnen, onder andere om in economische sectoren als de bouw te investeren. Investeren als overheid is namelijk ook een manier om de economie weer op gang te krijgen. Vele deskundigen zeggen zelfs dat dat een veel betere manier is dan bezuinigen, maar dit terzijde.

Wist u dat in ons land de 10% rijkste burgers maar liefst 61% van het totale vermogen van de Nederlanders bezitten? De 40% iets minder rijken bezit zo’n 37% van het vermogen. Een andere 40% bezit samen slechts 2% van het vermogen. Tenslotte heeft 10% van de bevolking schulden, gemiddeld een kleine € 60.000,- . Daar komt nog bij dat de rijken over het algemeen de laatste zes crisisjaren flink rijker zijn geworden, en het armere deel van de bevolking steeds armer. Het deel van de bevolking dat het hoofd niet meer boven water kan houden groeit. Daarbij laat de overheid het ook steeds meer afweten.

Terug naar ‘eerlijk delen’. Bovenstaande laat al duidelijk zien, dat er iets behoorlijk oneerlijks in het verhaal zit. Hoe is het mogelijk dat de rijken weinig merken van de crisis? Waarom worden de schouders van de gewone man zo zwaar belast? Het wordt hoog tijd dat het een en ander een beetje wordt recht getrokken. Als je dan ook nog weet dat Nederland in vergelijking met onze buren de laagste effectieve belasting heeft op vermogen, dan kan het dus best een beetje scherper. De VVD verwijt de SP dat we iets hebben tegen de rijken. De SP is echter van mening dat de sterkste schouders de zwaarste lasten zouden moeten dragen. De rijken blijven dan evengoed rijk. Daar is niets mis mee: we zijn immers niet tegen rijkdom, maar wel tegen armoede. En als door ‘eerlijk delen’ de schade van de crisis enigszins verzacht kan worden voor de mensen die het moeilijk hebben, dan zou dat bij iedereen een goed gevoel moeten geven.

U bent hier