Recept voor de woningnood
Recept voor de woningnood
Pal na de Tweede Wereldoorlog waren er vele huizen verwoest. Tussen werkgevers, vakbonden en regering werd er afgesproken dat de lonen minimaal zouden blijven, zodat er met de wederopbouw gestart kon worden. Dit noemde men “geleide loonpolitiek”. Tussen 1945 en pakweg 1963 stegen de winsten van bedrijven enorm. Maar de werkenden deelden niet in die winsten. Weliswaar krabbelde Nederland weer op en werd de infrastructuur weer hersteld.
Maar de woningnood bleef.
In de zestiger jaren kregen de werknemers er eindelijk genoeg van. De bobo’s van de vakbonden werden gemaand om op te komen voor de leden. Wilde stakingen braken uit en schoorvoetend werden er looneisen gesteld. Voorzichtig werd ook de woningbouw op een hoger peil gebracht. Ook het sociale stelsel werd opgetuigd.
Maar de woningnood bleef.
In de zeventiger jaren werden er plannen gesmeed om in de grote steden, zoals in Amsterdam, de complete binnenstad te slopen, hier kantoorkolossen neer te zetten, snelwegen dwars door de stad te laten lopen en de bewoners te verkassen naar slaapsteden zoals Haarlemmermeer, Purmerend, Lelystad en Almere. Door verzet en het massaal kraken van lege kantoorpanden en krottenwoningen van huisjesmelkers werden die plannen losgelaten.
Maar de woningnood bleef.
Vanaf de negentiger jaren kwam het neoliberalisme op. De overheid, de publieke sector moest aanzienlijk ingekrompen worden. Het ondernemerschap moest alle ruimte krijgen, alles van waarde werd op de “markt” gegooid. Het individualisme, het grote Ik, werd de norm. De markt zou sneller, beter, efficiënter en goedkoper werken. Het Ministerie van Volkshuisvesting werd opgedoekt. Er was daarmee geen centrale regie meer vanuit Den Haag op woningbouwproductie. Ook de woningbouwverenigingen werden aangepakt. Zij werden omgezet van democratische verenigingen, waar de huurders leden waren en dus zeggenschap hadden, in bedrijven waar de huurders niets meer te zeggen hadden. Sociale huurwoningen moesten voor een fors deel verkocht worden.
Maar de woningnood bleef……en werd erger.
In deze eeuw veroorzaakten de grote banken een wereldwijde crisis. Met miljarden moest de gewone man de banken overeind houden. Begrotingsgaten van de regerende kabinetten werden gevuld door onder andere een “verhuurdersbelasting” op te leggen aan de woningcorporaties.
Steeds meer werden de woningcorporaties moderne projectontwikkelaars. Waar zij vroeger de taak hadden om sociale en betaalbare huurwoningen te bouwen, nu worden er dure huizen gebouwd met torenhoge huren, waar zelfs de middenklasse de huur niet meer kan opbrengen.
Maar de woningnood bleef…..en werd steeds erger.
Momenteel worden de politieke partijen die al een eeuw de dienst uitmaken in al die kabinetten die de woningnood hadden moeten aanpakken wakker.
Want zeg nou zelf. Als de politieagent, de onderwijzer, de verpleegkundige en de conducteur geen woning meer kunnen vinden. Als alle jonge starters en jonge gezinnen wanhopig worden omdat koopwoningen peperduur zijn en onbetaalbaar en sociale huurwoningen uiterst schaars en alleen voor degenen met de allerkleinste beurs, dan moet er wat gebeuren. Want anders verlies je kiezers. Maar visie en daadkracht ontbreken. Woningnood is geen natuurverschijnsel, maar wordt in stand gehouden omdat daar aan verdiend wordt. En zolang de markt heersend is, zal de lucratieve woningschaarste aanhouden. En blijven er mensen aan verdienen.
Als er geen visie en beleid is, als de markt het moet oplossen, als Rutte blijft doorrommelen, dan blijft de woningnood….en wordt die erger en erger.
Er bestaat echter een recept om die woningnood op te lossen. Die is echter niet op korte termijn op te lossen. Vijfenzeventig jaren van wanbeleid kun je niet zomaar opzij zetten.
Begin met het oprichten van een Ministerie van Volkshuisvesting, dat een ambitieus woningbouwprogramma opstelt, zoals in het verleden de VINEX.
Hef de verhuurdersbelasting op en verplicht de woningcorporaties tot een bouwplicht die even duur is als de verhuurdersbelasting.
Maak van de woningbouwcorporaties weer verenigingen waar de huurders als lid de zeggenschap hebben.
Stel een woningbouwfonds in van enkele miljarden en financier als centrale overheid weer premie A en premie B koopwoningen.
Geef gemeenten het recht van eerste koop van grond, tegen een sociale koopprijs.
Stel een innovatiefonds in voor de bouw en geeft daaruit subsidies aan de bouwwereld om innovatieve, goedkopere en snellere bouwproductie te realiseren.
En misschien kunnen we dan over een jaar of tien zeggen: Goh…de woningnood is zo’n beetje opgelost.
Marcel Olierook
- Zie ook:
- Marcel Olierook
Reactie toevoegen