h

inbreng SP tijdens raadsvergadering van 3 oktober 2006

16 oktober 2006

inbreng SP tijdens raadsvergadering van 3 oktober 2006

Clienten
Peperstraat, riolering en en motie van de SP waren de hoofdpunten van deze raadsvergadering.

Verslag van de op woensdag 5 juli 2006 gehouden raadsvergadering.

De heer Bokhove (SP) verwijst naar de op bladzijde 7 weergegeven opmerking van de heer Van Oostende. Deze stelt:
‘Als lid van die voormalige lokale rekenkamer kan ik melden dat B&W het gewenste vervolgonderzoek níét hebben geblokkeerd.’
In het jaarverslag van de rekenkamercommissie staat echter de volgende paragraaf.
‘Omdat het college van burgemeester en wethouders op basis van het onderzoeksprotocol 6 opnieuw een aantal bezwaren heeft aangevoerd tegen het vervolgonderzoek, heeft de rekenkamercommissie in haar vergadering van 24 maart besloten om de uitgangspunten van het vervolgonderzoek te heroverwegen en het zwaartepunt van het onderzoek te verleggen.

De heer Van Oostende (PvdA) snapt niet wat de heer Bokhove bedoelt. In het jaarverslag wordt volkomen correct gesteld dat tussen de rekenkamercommissie en het college gesprekken over een lopend onderzoek zijn gevoerd. Het college van B&W heeft echter geen vervolgonderzoek geblokkeerd, maar wel argumenten aangedragen die de commissie hebben doen besluiten het toen lopende onderzoek te beëindigen.
De voorzitter acht het niet zinvol naar aanleiding van de notulen opnieuw een discussie over dit onderwerp te voeren.

Realisatie cultureel- en jongerencentrum Peperstraat.

De heer Bokhove (SP) bepleit zo spoedig mogelijk een jongerencentrum te realiseren, waarin ook een theater een plaats kan krijgen. Het enige obstakel dat de fractie van de Socialistische Partij ziet, is het feit dat de nieuwe stichting die het jongerencentrum moet inrichting dat helemaal niet mag doen. Sterker: volgens het ministerie van VROM is de nieuwe stichting feitelijk illegaal. De gemeente had de allang bestáánde welzijnsstichting moeten inschakelen, maar deed dat niet en gaf bovendien de regie uit handen. Zo is van een recht van terugkoop voor de gemeente geen sprake meer. Tijdens de onderhandelingen in 2005 is gebleken dat deze voorwaarde voor de WdE niet bespreekbaar is.
In de vandaag ontvangen brief, de dato 3 oktober 2006, van B&W wordt gesuggereerd dat het departement de nieuwe constructie weliswaar afwijst, maar deze mening slechts op een krantenartikel baseert. Deze suggestie is echter onjuist. Het ministerie is tot diens standpunt gekomen na bestudering van de openbare documenten die de SP-fractie heeft voorgelegd. Toch zegt dit college van B&W: ‘Niets aan de hand, gewoon doorgaan.’ Aan deze poppenkast moet een eind worden gemaakt; het jongerencentrum had er allang kunnen zijn.

De heer Van der Veen (PvdA): Soms is onduidelijk of de leden van de SP-fractie namens hun fractie of de Stichting Breedband spreken! Los hiervan haalt de heer Bokhove nu een brief aan waarvan in elk geval de PvdA-fractie geen kennis heeft kunnen nemen. Het is vreemd dat de heer Bokhove dat stuk bij de realisatie van het jongerencentrum betrekt.

De voorzitter: Het ministerie heeft een brief aan de WdE doen toekomen, maar dat stuk is niet aan het college gestuurd.

De heer Bokhove (SP): Onvoorstelbaar dat niemand van de raadsleden naar de brief van VROM heeft gevraagd, alhoewel vorige week bekend werd dat die was binnengekomen, terwijl juist op basis van dat schrijven het college suggereert dat er niets aan de hand is.
Hoe dan ook, het jongerencentrum moet gestalte krijgen, maar niet op de poppenkastachtige manier die het college voorstelt. Vandaar dat de SP-fractie de volgende motie indient:

‘De raad van de gemeente Enkhuizen,
in vergadering bijeen op dinsdag 3 oktober 2006;

overwegende
― dat er wettelijke belemmeringen zijn om welzijnstaken te laten uitvoeren door de Stichting Woondiensten Enkhuizen, aangezien deze een niet toegestane verbintenis met de Stichting Welzijnswerk Enkhuizen heeft;
― dat hierdoor de beoogde activiteiten en subsidieaanvragen van de Stichting Welzijnswerk Enkhuizen geen doorgang kunnen vinden;

spreekt als zijn oordeel uit
― dat alle welzijnstaken, thans uitgevoerd door de Stichting Breedband, gehandhaafd worden met als toevoeging het opbouwwerk;
― dat geen subsidiegeld mag wegvloeien naar een niet-toegestane constructie van een nieuwe welzijnsstichting;

besluit
1. dat dit betekent dat de Stichting Breedband weer volledig subsidie ontvangt en financiële verplichtingen mag aangaan en derhalve het opbouwwerk en het jongerencentrum kan vormgeven;
2. dat zowel de directeur van de Stichting Woondiensten Enkhuizen als de Stichting Breedband op korte termijn wordt uitgenodigd voor overleg met de verantwoordelijke wethouder;
3. dat de wethouder de regierol aanneemt in hoe de samenwerking tussen beide stichtingen vorm kan en moet krijgen, waarbij beide stichtingen onafhankelijk blijven, maar wèl volop meewerken aan samenwerking bij diverse activiteiten;
4. dat de wethouder de raad actief informeert over de voortgang met deze materie;

en gaat over tot de orde van de dag.’

De voorzitter schorst hierna op verzoek van de heer Bokhove de beraadslagingen voor een leespauze van enkele minuten.

(Schorsing.)

De voorzitter heropent de beraadslagingen.

De heer Van der Veen (PvdA) is heel blij met het nu ter tafel liggende raadsvoorstel, omdat het centrum voor cultuur en jongeren nu echt van de grond kan komen. Het gemeentebestuur is al ongeveer drie jaar met deze materie bezig en het wordt dus hoog tijd daadwerkelijk gestalte aan het centrum te geven. Daaraan bestaat een grote behoefte, zoals ook uit het advies van de jongerenadviescommissie blijkt. Tegen deze achtergrond heeft de SP-motie geen meerwaarde, maar overigens respecteert de fractie van de PvdA het standpunt van de SP-fractie.

Mevrouw Compaan-Wisselink (CU) toont zich eveneens verheugd over het raadsvoorstel. De realisering van een jongerencentrum staat immers hoog op het wensenlijstje dat in het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie is verwoord.
Met betrekking tot de SP-motie sluit de fractie van de ChristenUnie zich bij de woorden van de heer Van der Veen aan. Ook de CU-fractie kent de meermaals aangeduide brief niet en kan dus geen oordeel uitspreken over de vraag of in dit geval de door de SP-fractie genoemde wettelijke belemmeringen van toepassing zijn.
Conclusie: de CU-fractie stelt graag de nodige subsidie aan de SWE beschikbaar om de realisering van De Hoogte mogelijk te maken.

De voorzitter: Het gaat niet om een subsidie, maar een krediet.

De heer Langbroek (NE) volstaat met de mededeling dat de fractie van Nieuw Enkhuizen met het collegevoorstel instemt, maar geen steun aan de SP–motie geeft.

De heer Kok (CDA) veronderstelt dat de gemeenteraad voldoende op de hoogte is van de achtergronden van deze zaak.
De in de SP–motie aangeduide wettelijke belemmeringen ziet de fractie van het CDA niet, zodat het jongerencentrum nu snel kan worden gerealiseerd.
Mevrouw De Munnik-Blank (VVD/D66) verenigt zich met het onderhavige raadsvoorstel. Toch meent de fractie van de VVD/D66 dat in de SP–motie terecht wordt gesteld dat de gekozen constructie wettelijk niet mogelijk is, maar op dit moment kan deze opvatting niet worden onderbouwd. Vandaar dat de VVD/D66-fractie de motie niet zal ondersteunen. Bovendien heeft een raadsmeerderheid zich eerder duidelijk voor het ineenvlechten van beide organisaties uitgesproken. Klaarblijkelijk moet de ellende zich eerst manifesteren, voordat een ander standpunt wordt ingenomen.

Wethouder Van Pijkeren (CU) refereert aan de commissievergadering waarin een grote meerderheid zich vóór de realisering van het jongerencentrum ‘De Hoogte’ heeft uitgesproken. In deze vergadering hebben gelukkig àlle fracties een positief standpunt over het aangeboden raadsvoorstel ingenomen.
Tot slot. Spreker is het met de heer Bokhove roerend eens dat een einde aan de poppenkastvertoning moet worden gemaakt. Welnu, dat wordt gedaan in de raadsbrief die het college vanmiddag heeft verzonden.

De heer Bokhove (SP) kwalificeert die brief als ‘de kop in het zand steken’, want daarin wordt volgehouden dat er geen problemen zijn. Als uiteindelijk blijkt dat de gekozen constructie toch niet is toegestaan, zit de gemeente met een probleem. Kan dan worden teruggevallen op een terugkoopgarantie? Zo ja, waar is die opgenomen? Zo nee, dan staat in het centrum van Enkhuizen een kapitaal pand waarmee weinig gebeurt. Bovendien hebben dan ambtenaren en anderen onnodig heel veel tijd en aandacht aan deze zaak besteed. Iedereen zal zich ‘kapot moeten schamen’ indien straks alles als een kaartenhuis in elkaar stort.

De heer Wijchers (NE): De heer Bokhove stelt dat iedereen zich straks ‘kapot moet schamen’, dat is nogal wat. Hij doet er goed aan zijn woorden wat zorgvuldiger kiezen.

De heer Bokhove (SP): Ik heb gezegd: ‘Indíén het straks fout gaat, moet iedereen zich kapot schamen.’

De heer Van der Veen (PvdA): Dat zullen wij dàn wel zien. Als dat níét zo is, hoop ik dat de SP-fractie zo fatsoenlijk zal zijn haar excuses aan te bieden voor alles wat zij over het gemeentebestuur heeft uitgestort.

Hierna wordt de motie van de heer Bokhove cum suis bij handopsteken in stemming gebracht en met 14 tegen 2 stemmen verworpen.

Gemeentelijk rioleringsplan

De heer Bokhove (SP) wees in de commissievergadering op drie punten die in dit geval de kosten bepalen, namelijk:
1. de te gebruiken rekenrente;
2. de basis voor de afschrijving, te weten lineair of annuïteit.
3. de afschrijvingstermijn voor het riool.
Op al deze punten is voor zoveel mogelijk zekerheid gekozen. Zo is een hoge rekenrente gebruikt om eventuele toekomstige rentefluctuaties op te vangen. Drie keer een veiligheidsmarge inbouwen, is echter teveel van het goede, want zodoende wordt over een periode van drie jaar aan de burgers circa € 570.000,-- te veel in rekening gebracht. (Zie de bijlagen voor de volledige, schriftelijke toelichting op het amendement.) Desondanks kan de fractie van de Socialistische Partij zich met de gebruikte rekenrente verenigen, maar niet met de twee overige punten.
Afschrijvingsbasis. In de Financiële verordening van deze gemeente staat dat de kostprijsberekening op basis van annuïteit tot stand dient te komen. Toch is in het collegevoorstel de lineaire methode toegepast; jaarlijks wordt 10 % van het investeringsbedrag afgeschreven. Met andere woorden: de gemeente overtreedt haar eigen regels.
Afschrijvingstermijn. Voor rioleringen wordt landelijk gemiddeld een langere termijn gehanteerd dan de 25 jaar die in het raadsvoorstel is aangehouden. Evenals de PvdA-fractie meent de SP dat ook in Enkhuizen een langere afschrijvingstermijn moet worden gekozen. Qua afschrijvingstermijn is de Financiële verordening echter wèl gevolgd en daarom heeft de SP-fractie een initiatiefvoorstel ingediend dat beoogt in die verordening voor de riolering een afschrijvingstermijn van 35 jaar op te nemen.

De heer Van Oostende (PvdA): Eigenlijk is het amendement op het punt van de te gebruiken afschrijvingsmethode overbodig, want die is al in de verordening voorgeschreven.
Aanvaarding van het initiatiefvoorstel betekent dat in het amendement niets meer over de afschrijvingstermijn behoeft te worden gezegd, want die is dan op 35 jaar bepaald.

De heer Bokhove (SP): Ja, dat is juist.

Wethouder Franx (NE) heeft in principe geen bezwaar tegen het PvdA-amendement, waarin wordt gesteld dat jaarlijks zal worden bezien welke kosten de gemeente moet maken en aan de hand daarvan de tarieven te bepalen. Dat zal in het kader van de begrotingsbehandeling of de belastingnota gebeuren. Wel moet duidelijk zijn dat kostendekkende tarieven dienen te worden vastgesteld.
De SP-fractie gaat, gelukkig, akkoord met de gebruikte rekenrente, maar meent dat drie keer zekerheid teveel van het goede is. Het college heeft dat gedaan omdat in het verleden is gebleken dat de gemeente financieel gezien vaak achter de feiten heeft aangelopen. De financiële positie van Enkhuizen wordt nu beter, omdat waar mogelijk voor zekerheid wordt gekozen. Dat andere gemeenten langere afschrijvingstermijnen hanteren, zegt op zichzelf niet zo heel veel. Heeft een gemeente die op basis van, bijvoorbeeld, 60 jaar afschrijft tijdens die periode een potje voor onderhoud, calamiteiten en nieuwe investeringen opgebouwd?
De heer Van Oostende (PvdA): In het geval van een retributie mag niet voor toekomstige investeringen worden gereserveerd.

Wethouder Franx (NE): De gemeente mag een voorziening treffen. Wanneer die een te hoog niveau bereikt, worden de tarieven verlaagd. Als nu níét voor zekerheid wordt gekozen, bestaat de kans dat de volgende generatie op het gebied van de riolering met hoge, onvoorziene uitgaven zal worden geconfronteerd.
Ten aanzien van de afschrijvingsmethodiek, lineair of annuïteit, houdt het college zich aan de verordening. Wel is het juist dat in de aanloopperiode 10 % wordt gehanteerd, maar dit wordt al jaren zo gedaan. Er gebeurt niets onwettigs, want anders zou de accountant in het verleden geen goedkeurende verklaringen hebben afgegeven.
Alles overziende handhaven burgemeester en wethouders hun voorstel de afschrijvingstermijn op 25 jaar vast te stellen.

De heer Bokhove (SP) vergat in eerste instantie de waardering van de SP-fractie uit te spreken voor het aangeboden GRp; dat ziet er perfect uit.
Over de afschrijvingsmethode heeft de wethouder nogmaals gezegd dat de Financiële verordening wordt gevolgd. Dit impliceert dat met betrekking tot de kostprijsberekening het tabelletje inzake de kapitaallasten zal worden herberekend op basis van annuïteit. Over drie jaar zal dat een verschil van circa € 300.000,-- opleveren.
Spreker heeft geprobeerd een lijstje aan te leggen van de afschrijvingstermijnen die de Nederlandse gemeenten voor rioleringen hanteren. Dat bleek echter een dermate tijdrovend karwei te zijn dat hij na tien gemeenten is gestopt. Die gemeenten gebruiken allemaal een langere afschrijvingstermijn dan Enkhuizen. Ook uit andere informatie blijkt dat een termijn van 35 jaar geen problemen zal opleveren.
De fractie van de Socialistische Partij staat nu voor de vraag hoe met haar amendement en initiatiefvoorstel moet worden omgegaan. Dit vergt enig overleg en daarom wordt een korte schorsing gevraagd.

De voorzitter: Akkoord, de beraadslagingen zijn tien minuten geschorst.

De voorzitter heropent de beraadslagingen.

De heer Bokhove (SP) handhaaft het amendement van zijn fractie. Naar aanleiding van de vraag van mevrouw Kuijsten zij nog opgemerkt dat het amendement zó moet worden begrepen dat de afschrijvingstermijn van 35 jaar uitsluitend voor nieuwe investeringen geldt.

Wethouder Franx (NE) benadrukt dat het op grond van de volgende overwegingen verstandig is de afschrijvingstermijn op 25 jaar te stellen.
a. Als voor een 35-jarige afschrijvingstermijn wordt gekozen, zullen de kapitaallasten weliswaar dalen, maar nemen de onderhoudskosten toe en moet met meer calamiteiten rekening worden gehouden.
b. De minister heeft laten weten dat de Nederlandse gemeenten voor rioleringen een bedrag in de orde van grootte van € 3 miljard zullen moeten opbrengen.
c. In de commissievergadering is opgemerkt dat rekening moet worden gehouden met het afvoeren van meer hemelwater. Als dat binnen de afschrijvingstermijn van 35 moet gebeuren, zullen ingrepen nodig zijn die de burgers extra geld kosten.
d. Aan de hand van de ramingen in het meerjarenperspectief zijn de kosten bepaald, daarvan is 10 % genomen. De kredietverstrekking gebeurt echter op basis van annuïteit, zoals in de verordening is voorgeschreven.
e. Een ander punt is de opmerking van de heer Van Oostende dat de gemeente niet via het rioolrecht mag sparen; dat is onjuist. De gemeente mag wel degelijk reserveren om vervangingsinvesteringen te kunnen doen.

De voorzitter rondt de discussie af met de opmerking dat nu eerst de beide amendementen in stemming zullen worden gebracht, waarna zal worden bekeken hoe met het initiatiefvoorstel van de SP-fractie moet worden omgegaan.
Hierna wordt het amendement van de heer Van Oostende cum suis bij handopsteken in stemming gebracht en met algemene stemmen aanvaard.

De voorzitter: Aan de orde is het SP–amendement.

De heer Van Oostende (PvdA) legt de volgende stemverklaring af. De PvdA-fractie zal vóór het SP-amendement stemmen, en wel om de volgende reden. Als de afschrijvingstermijn op 25 jaar wordt bepaald, wordt geld opgepot en volgens de fractie van de PvdA is dan het fenomeen ‘tijdvak verkeerd heffen’ aan de orde.

De voorzitter: Hoe denkt de PvdA-fractie over afschrijving op basis van annuïteit?

De heer Van Oostende (PvdA): De afschrijvingsmethode staat in de verordening.

Vervolgens wordt het amendement van de heer Bokhove cum suis bij handopsteken in stemming gebracht en met 11 tegen 5 stemmen aanvaard.

De voorzitter: Dan is nu het gewijzigde collegevoorstel aan de orde.

Wethouder Franx (NE): Het Gemeentelijk rioleringsplan moet worden teruggenomen, omdat een nieuwe kostendekkende berekening dient te worden gemaakt, en wel op basis van afschrijving over 35 jaar.

De voorzitter: Rest het initiatiefvoorstel van de SP-fractie. Gaat iedereen akkoord met behandeling van dit voorstel in de volgende raadsvergadering?

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad dienovereenkomstig.

Initiatiefvoorstel VVD/D66 herinrichting sportpark ‘Immerhornpolder’

De heer Bokhove (SP) merkt op dat wie een haalbaarheidsonderzoek laat uitvoeren van tevoren zelf al over diverse mogelijkheden heeft nagedacht. Een onderzoek zonder énige begrenzing heeft geen zin, want er is altijd wel íéts haalbaar. Het is dus niet onlogisch dat de VVD/D66-fractie onderzoeksrichtingen heeft aangegeven, bijvoorbeeld drijvende (recreatie)woningen, maar daarmee kan ook de SP-fractie niet akkoord gaan.

Vervolgens wordt het initiatiefvoorstel van de fractie van de VVD/D66 bij handopsteken in stemming gebracht en met 15 tegen 1 stem verworpen.

Motie SP inzake bijstand en SVb.

De heer Bokhove (SP) zet uiteen welke beweegredenen aan de motie ten grondslag liggen. In april 2006 stelde de heer Langbroek een vraag over een bepaald pilotproject. De kern daarvan is dat de uitvoering van de aanvullende bijstand door gemeenten aan personen van 65 jaar en ouder met een onvolledige AOw-uitkering aan de SVb wordt overgedragen. Naar aanleiding hiervan heeft de fractie van de Socialistische Partij contact gezocht met de betrokken projectleider, namelijk de heer Van Hoof van de SVb. Het doel van het pilotproject is het optimaliseren van de lokale dienstverlening aan ouderen in een kwetsbare inkomenspositie. Dat heeft de volgende voordelen.
∙ De dienstverlening wordt geoptimaliseerd, want de betrokken burger behoeft niet zelf alle mogelijkheden na te gaan. Met het oog hierop is in de discussie over de WMO onder andere over het koppelen van bestanden gesproken.
∙ Het niet-gebruik van sociale voorzieningen wordt teruggedrongen.
∙ Voor de gemeente treedt een kostenbesparing op, omdat de SVb bepaalde werkzaamheden uitvoert.
In het stuk dat de SP-fractie heeft rondgestuurd, is met betrekking tot de dekking van de kosten een voorzet gegeven.
De motie luidt als volgt.

‘De raad van de gemeente Enkhuizen,
in vergadering bijeen op dinsdag 3 oktober 2006,

draagt het college op
― onderzoek te doen naar de mogelijkheid om aan dit project deel te nemen, door contact op te nemen met de heer Van Hoof (zie bijlagen);
― hierop met een voorstel te komen;

en gaat over tot de orde van de dag.’

Tot slot. In het blad ‘Digitaal bestuur’ staat op bladzijde 20 onder het kopje ‘Aangeboden betaalstraat’ een alleraardigst artikel over de genoemde pilot.

De voorzitter reageert met de opmerking dat ook het college voorstander is van vereenvoudiging. In dit geval kan een cliënt in één keer een gecombineerde uitkering van de SVb krijgen en dat is voor de betrokkene gemakkelijk. In Enkhuizen komen 14 personen voor deze mogelijkheid in aanmerking.
De kosten die aan één en ander zijn verbonden, kunnen niet uit WWB-gelden worden betaald, maar moeten ten laste van de post ‘salarissen’ worden gebracht. De gemeente besteedt immers een deel van haar taken uit.
De heer Bokhove (SP): Het gaat om administratieve taken. Een inhoudelijke taak is iets anders dan een administratieve taak.

De voorzitter: Ook een administratieve taak is gewoon werk! Heel veel gemeenteambtenaren voeren administratieve taken uit en dat kost nu eenmaal geld. Als een deel van die taken aan de SVb wordt overgedragen, zal die organisatie aan de slag moeten en ook daar is dat niet gratis, integendeel.
Een nadeel van de voorgestelde werkwijze kan zijn dat de betrokken cliënten niet langer regelmatig contact met de gemeentelijke organisatie hebben. De ambtenaren die met bijstandszaken zijn belast, kunnen niet meer op het bestaan van andere regelingen wijzen, bijvoorbeeld minimafonds, woonlastenfonds en WMO.
Alles overziende is het college toch bereid de SP-motie over te nemen. B&W zullen contact opnemen met de heer Van Hoof van de SVb en vervolgens de gemeenteraad een voorstel doen toekomen.

Reageren?

Wilt u reageren op een bericht?

Graag! Wij horen graag uw mening en willen met iedereen de discussie aangaan.

Een paar spelregels:

  • Alleen reacties die serieus ingaan op de inhoud van het bericht worden geplaatst. Aan "bagger" en "afzeikerij" doen we niet mee.
  • Anonieme reacties worden niet geplaatst
  • Wilt u reageren, maar niet in het openbaar? Gebruik dan onze contactpagina
     

U bent hier