h

Gemeentefinanciën in gevaar?

15 augustus 2006

Gemeentefinanciën in gevaar?

Door drs. A.P. Ranner
Op 1 januari 2007 treedt de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in werking. Onder de Wmo wordt een groot aantal regelingen gebracht. Voor een deel betreft het regelingen die al langer door de gemeenten worden uitgevoerd. De middelen voor deze bestaande taken zijn al sinds jaren in het gemeentefonds ondergebracht. Voor een deel gaat het om nieuwe regelingen, waarvoor nieuw geld naar de gemeenten komt. In de toekomst kunnen meer regelingen onder de Wmo worden gebracht.

De begrotingsmiddelen die gemoeid zijn met de WMO zijn omvangrijk: 5,6 miljard euro. Op dit moment zijn de middelen voor de uitvoering van de Welzijnswet en de WVG al in het Gemeentefonds opgenomen. De extra middelen van circa 1,2 miljard betekenen dat 40% van de middelen van het
Gemeentefonds van zo’n 13 miljard voor WMO bestemd zijn.

De lokale overheid wordt het sociale vangnet. Iedere gemeente is verplicht is om de beperkingen van zijn inwoners te compenseren. Hoe en in welke mate die beperking wordt gecompenseerd, is aan de gemeente zelf. Ook de fijnmazigheid van het sociale vangnet bepalen gemeenten zelf. Er gaan dus onderlinge verschillen tussen gemeenten voor de zorgbehoevenden ontstaan.

Een van de kurken waarop de WMO drijft, is de inzet van mantelzorgers en vrijwilligers. Het recht op respijtzorg voor mantelzorgers wettelijk geregeld. Ook zijn er vaak al bestaande Pgb-afspraken die doorgaan.

Weliswaar kan men via aanbesteding en andere kritische inkooptechnieken de ontwikkeling van de kosten trachten meer te beheersen, maar de mate waarin van de verschillende voorzieningen gebruik gemaakt gaat worden is gelet op de toenemende zorgvraag en de nu al te constateren wachtlijsten niet eenvoudig te voorspellen. Veel hangt daarbij ook af van hoe de uitvoering van de WMO door een gemeente wordt geregeld. De toegankelijkheidscriteria voor behoevenden en de nieuwe organisatie van de zorgvoorziening zijn daarbij bepalen ook de gemeentelijke uitgaven.
Daarmee komt er een groter open einde rekening te liggen bij gemeenten. Sommige gemeenten zullen daarbij bijna vanzelf in een tekortsituatie terecht komen. Zij krijgen als gevolg van een herverdelingsmodel minder dan de organisaties die de maatschappelijke ondersteuning tot dusverre van het rijk vergoed kregen. De kans op budgettekorten is bij deze gemeenten dan levensgroot.

Dit alles betekent dat gemeentes de risico’s van budgettekorten op het onderdeel WMO voor zo ver niet veroorzaakt door algemene factoren en voor zover niet alsnog gecompenseerd door het Rijk zullen moeten gaan dragen.

Ofwel, de gemeenten zullen goede budgettaire beheersingsmaatregelen (maken van goede ramingen, monitoren uitgaven en eventueel bijsturen) gereed moeten hebben. Naast eventuele tekorten op de WMO die binnen de gemeentebegroting moeten worden opgevangen zijn er veranderingen in de in- en uitgaande gemeentelijke kasstromen. Met name de timing van de uitgaven en ook de bepaling van eventuele financieringstransacties vraagt om extra aandacht.
Gevreesd moet worden dat deze financiële aspecten bij veel gemeentelijke diensten tot dusverre nauwelijks aandacht hebben gehad.

Bron: www.sovereign-consultancy.nl

Reageren?

Wilt u reageren op een bericht?

Graag! Wij horen graag uw mening en willen met iedereen de discussie aangaan.

Een paar spelregels:

  • Alleen reacties die serieus ingaan op de inhoud van het bericht worden geplaatst. Aan "bagger" en "afzeikerij" doen we niet mee.
  • Anonieme reacties worden niet geplaatst
  • Wilt u reageren, maar niet in het openbaar? Gebruik dan onze contactpagina
     

U bent hier