West-Friesland

BRIEF VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

WET INBURGERING

Aan de voorzitter van de gemeenteraad

Geachte voorzitter,

Tijdens de behandeling van de startnotie Wet Inburgering zijn er door de SP een aantal vragen gesteld. In deze brief vindt u de meeste antwoorden op de vragen. Een aantal zaken moeten echter nog verder worden uitgewerkt. Hiervoor wordt een uitvoeringsplan opgesteld. Dit uitvoeringsplan zal ter kennisneming aan de raad worden gezonden.

Tijdens het debat in de Eerste Kamer over de Wet inburgering heeft minister Verdonk toegezegd dat de wet op 1 januari 2007 in werking treedt en waar mogelijk ook meteen wordt toegepast, maar waar nodig de gemeenten tot 1 april de tijd krijgen om aan hun verplichtingen te voldoen. Deze tijd is hard nodig aangezien de Eerste Kamer de Wet Inburgering pas op 6 december 2006 heeft goed gekeurd.

Procedure:
Alvorens in te gaan op de diverse vragen van de Socialistische Partij (SP) willen wij de procedure rondom de Wet Inburgering toelichten.

Voor u ligt de startnotitie Wet Inburgering. Naar aanleiding van deze startnotie, en de daarin geformuleerde uitgangspunten, wordt er een verordening Wet Inburgering aan u voorgelegd.

Naast de startnotitie en de verordening wordt er een uitvoeringsplan geschreven. Van het uitvoeringsplan wordt u in kennis gesteld. Momenteel is het uitvoeringsplan en de verordening in ontwikkeling. Hierdoor kunnen er op sommige vragen van de SP nog geen antwoord gegeven worden.

De vragen zijn op exact dezelfde wijze weergegeven als dat ze gesteld zijn.

Vragen:

1. De inburgeraar betaald een eigen bijdrage € 270,00,-. In vergelijking met de
€ 5000,- die een cursus blijkbaar kost is dit peanuts, maar voor iemand op een minimuminkomen is dit toch hoog, zeker als je daar (eventuele) reiskosten en leermaterialen bij optelt. Kan de Raad een voorstel tegemoet zien bij de vaststelling van de Nota/verordening voor kwijtschelding igv het in 1x slagen en het voorstel om dit bedrag in 12 termijnen te kunnen betalen waarbij de werkende een aparte inning, en de uitkeringsgerechtigden een inhouding op uitkering wordt opgelegd? Graag nogmaals uitleg waar het bedrag van de eigen bijdrage op is gebaseerd.

Antwoord
De inburgeringsplichtige moet van de Wet Inburgering een eigen bijdrage betalen voor de aangeboden inburgeringvoorziening. De eigen bijdrage is dus bij Wet geregeld. Deze bijdrage is voorlopig € 270,- (deze bijdrage kan jaarlijks worden aangepast door de minister). Bij het vaststellen van dit bedrag is door de wetgever uitgegaan van de minst draagkrachtigen. De eigen bijdrage is voor iedereen gelijk. De gemeente legt het beleid dat zij hierin voert en de regels die zij hiervoor hanteert vast in de verordening inburgering evenals de mogelijkheden voor kwijtschelding. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op de inning van de eigen bijdrage en de mogelijkheid van het hanteren van betalingstermijnen.

2. Gezien de krapte binnen het apparaat vragen wij ons af of er voldoende mensen voorhanden zijn, om deze wet naar behoren te implementeren. Hoeveel fte’s heeft men voor de uitvoering ter beschikking en zijn deze inmiddels al opgeleid en voorbereid op hun taak? Hoeveel extra uren worden er voor de uitvoering ingezet op jaarbasis?

Antwoord
Dit zal verder worden uitgewerkt in het uitvoeringsplan.

3. Oudkomers met en zonder uitkering en zonder werk. De oudkomer kan kiezen voor zelf inkopen en moet een lening afsluiten. Dit lijkt ons niet gewenst, we weten allemaal dat mensen met een uitkering al vaak financiële problemen en/of schulden hebben. Om deze dan een lening te laten afsluiten werkt verhoging van schulden in de hand met alle gevolgen van dien. Mocht daartoe toch worden overgegaan krijgen deze mensen dan adequate hulp bij het aanvragen?

Antwoord
Een van de taken die de Wet Inburgering aan gemeenten geeft is goede informatievoorziening. Onderdeel van de informatievoorziening is het duidelijk en helder informeren over de financiële mogelijkheden.

4. Hoe wil men dit aanpakken en wie pakt deze taak op?

Antwoord
De uitvoering zal bij de afdeling Sociale Voorzieningen komen te liggen. Het hoe en wat zal in het uitvoeringsplan worden omschreven.

5. Daarnaast zijn diegene zonder uitkering en werk veelal vrouwen, die dus afhankelijk zijn van oa de inkomsten en de cultuur/geloofsovertuiging van hun partner. Hoe gaat men dat ondervangen?

Antwoord
De inburgeraars krijgen uitleg over hun nieuwe rechten en plichten in het kader van de Wet Inburgering. Wellicht is er vanwege culturele verschillen een langer gesprek nodig om één en ander toe te lichten maar de inburgeraar wordt in de spreekkamer volledig geïnformeerd.

6. Gezinsvormers en oudkomers met werk, dienen zelf een opleiding te zoeken en te betalen.
Dat is prima die eigen verantwoordelijkheid maar ze zullen toch wel op de mogelijkheden moeten worden gewezen, hoe gaat men dit aanpakken?

Antwoord
De inburgeraar krijgt uitleg over de opleidingsmogelijkheden in Nederland. Indien mogelijk worden er folders beschikbaar gesteld van de verschillende taalaanbieders.

7. Intake:Zal er bij intakegesprekken (waar nodig) een tolk aanwezig zijn?

Antwoord
Waar nodig wordt gebruik gemaakt van de tolkentelefoon.

8. Wordt de (schriftelijke) oproep met name voor de nieuwkomers voor dit gesprek in de taal van land van herkomst opgesteld?

Antwoord
De VNG en/of het ministerie komt met folders in de eigen taal. Of er ook oproepen in de taal van het land van herkomst worden opgesteld is nog niet bekend.

9. Is er al duidelijkheid over het BPI (Bestand Potentieel Inburgeringsplichtigen), deze zou in juli aan de gemeente worden gegeven.

Antwoord
Nee, het BPI is op dit moment nog niet naar de gemeenten.

10. Door het ontbreken van bestandskoppeling is blijkbaar ook onbekend hoeveel mensen met een andersoortige uitkering de cursus zouden moeten volgen. Hoe gaat u dit ondervangen?

Antwoord
Door gebruik te maken van het BPI wanneer dit beschikbaar komt.

11. Op welke termijn gaat de Gemeente aan de slag om de informatieverstrekking ter hand te nemen? Is er al een soort van “voorbereidende informatieverstrekking” uitgevoerd?

Antwoord
Nee, de informatieverstrekking wordt ter hand genomen als bekend is hoe de uitvoering eruit zal komen te zien.

12. De voorlopige cijfers geven aan dat er in ieder geval 120 oudkomers een cursus moeten volgen, dan vinden wij 12 oproepen per jaar wel mager en weinig ambitieus. Mocht daar ruimte voor zijn, kan de ambitie dan naar boven worden bijgesteld?

Antwoord
In de startnotitie staat het volgende over de ambitie per jaar.

Nieuwkomers
Asielgerechtigde 10
Geestelijk bedienaar 1
Gezinsvormers/herenigers 10
Oudkomers
Met WWB uitkering 19
Niet uitkering/ geen werk 12

In het eerste jaar van de Inburgering worden er in totaal 31 personen opgeroepen die vallen onder de categorie oudkomers. Zoals ook in de programma begroting is vastgesteld en is te lezen in de startnotitie worden er naar alle waarschijnlijkheid totaal 51 personen het eerste jaar opgeroepen. Vergeleken met de 20 nieuwkomers die op dit moment op jaarbasis worden ingeburgerd acht het College dit een redelijke ambitie.

13. Gaat het College tenminste eens per jaar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtingen beoordelen en de raad daarover rapporteren?

Antwoord
De in de programmabegroting gestelde doelen worden jaarlijks geëvalueerd in de jaarrekening.

14. Indien de inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er dan zorg voor dat de inburgeringsvoorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd?

Antwoord
Alle trajecten die worden aangeboden betreffen allen maatwerk.

15. Worden er vaste trajectbegeleiders ingesteld?

Antwoord
Dit wordt meegenomen in het uitvoeringsplan.

16. Hoe gaat de verdere begeleiding van de inburgeraars die geen of onvoldoende de Nederlandse taal machtig zijn?

Antwoord
Dit is nog niet bekend. Zie hiervoor het uitvoeringsplan.

17. Vluchtelingen worden wel begeleid door Vluchtelingenwerk, maar hoe zit het met de rest?

Antwoord
Zowel vluchtelingen als migranten kunnen terecht bij vluchtelingenwerk.

18. Wij zien een contradictie in het feit dat de gemeente wekelijks een “absentielijst” krijgt, waarna een afwezige direct een oproep krijgt, terwijl men met de voortgangscontrole pas na 6 maanden checkt of iemand überhaupt wel is begonnen. Graag uitleg hierover.

Antwoord
Uit de absentielijst blijkt of iemand op de eerste dag al niet begonnen is. De voortgangscontrole na 6 maanden is gericht op de inhoudelijke voortgang van de inburgering. Dit is tevens een wettelijke plicht. We checken dus wekelijks via aanwezigheids lijsten of iedereen aanwezig is. Een aanwezigheidslijst zegt echter niets over de inhoudelijke voortgang / vorderingen van iemand.

19. Zal een toekomstig besluit tot toekenning van een inburgeringsvoorziening in ieder bevatten:
• een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;
• de datum waarop het inburgeringsexamen moet zijn behaald;
• de termijnen en wijze van betaling;
• en ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.?

Antwoord
Ja, deze lijst is echter niet limitatief. In de beschikkingen worden onder andere ook de mogelijkheden tot bezwaar maken, de gevolgen van het niet nakomen van de verplichtingen etc.. vermeld.

Enkhuizen, 9 januari 2007

Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van E n k h u i z e n
Namens dezen,

H.F.P. Bode, wethouder