h

Advies OR mbt de buitendienst

23 januari 2007

Advies OR mbt de buitendienst

De OR heeft inmiddels een advies opgesteld plus een alternatief plan, dit kan beschouwd worden als een reactie op de plannen van het College, om 20 medewerkers " af te stoten ".
Dit advies strookt met wat de SP voor ogen had, na de belendmaking van het onderzoeksrapport van BMC.

17 januari 2007

Aan mevrouw H. Raasing
Bestuurder i.g.v. Wet op de Ondernemingsraden in de
Gemeente Enkhuizen

Advies Ondernemingsraad nav
Reorganisatie binnen het cluster beheer

Geachte bestuurder,

De ondernemingsraad heeft op 1 november 2006 uw adviesaanvraag ontvangen betreffende het voorgenomen besluit het cluster beheer te reorganiseren en de daarbij behorende notitie Reorganisatie Beheer. Voorafgaand aan de adviesaanvraag heeft u een onderzoeksopdracht verstrekt aan BMC, uitmondend in het rapport Cluster Beheer gemeente Enkhuizen, Beschrijving van de mogelijkheden tot besparingen. De OR is geen advies gevraagd over het inschakelen van BMC en de onderzoeksopdracht. hoewel de bestuurder dit wel verplicht is zowel op grond van de WOR, artikel 25 lid 1 onder n, als op grond van het Sociaal statuut artikel 2.2.

Naar aanleiding van uw adviesverzoek heeft de ondernemingsraad op 9 november vragen opgesteld die door u schriftelijk en op de overlegvergaderingen van 16 november en 4 december zijn beantwoord. Op 20 december heeft de ondernemingsraad u een “wensenlijstje” doen toekomen, waarin de wensen van de OR ten aanzien van het Sociaal Plan zijn aangegeven. Begin januari 2007 hebben wij hierover uw antwoord ontvangen.
De Ondernemingsraad geeft u in dit schrijven zijn advies en baseert zich daarbij op alle bovenvermelde informatie. Ook heeft de ondernemingsraad ten behoeve van het opstellen van zijn advies de betrokken medewerkers een aantal malen geraadpleegd.

In ons advies gaan wij in op de door u aangegeven motieven voor het voorgenomen besluit, op de gevolgen voor het personeel en op de voorgestelde maatregelen om deze gevolgen op te vangen.
Bij het advies voegen wij een alternatief plan ombuiging buitendienst, dat is opgesteld door medewerkers van het Cluster Beheer. Ook hier gaan wij in ons advies op in.

1. Motieven
In uw adviesaanvraag geeft u aan dat de aanleiding van het voorgenomen besluit ligt in de organisatievisie zoals neergelegd in het raadsbesluit van november 2004, de bezuinigingsopdracht en efficiencytaakstelling en de wens om prioriteit te geven aan wijkgericht werken. In uw beantwoording van onze vraag hierover, geeft u aan dat er geen sprake is van enige volgorde van belangrijkheid in deze motieven: “elk politiek besluit weegt in deze dus even zwaar”. De OR heeft ook gevraagd om de alternatieven die u heeft overwogen om deze doelstellingen te bereiken.

Slanke, regievoerende organisatie

In de organisatievisie uit 2004 is uitgangspunt te komen tot een slanke, regievoerende organisatie. De ondernemingsraad onderschrijft dit streven maar is van mening dat het cluster beheer in de afgelopen jaren al is omgevormd tot een slanke organisatie. Veel werkzaamheden zijn al uitbesteed.
In uw beantwoording van onze vraag over het belang van een regievoerende organisatie geeft u aan: “De slanke regievoerende organisatie wordt belangrijk geacht omdat deze leidt tot een efficiëntere uitvoering van taken.” De aanname dat uitbesteding efficiënter is, trekt u in de notitie “Reorganisatie beheer” zelf in twijfel. Op blz. 23 van deze notitie schrijft u: “Deze effecten zijn indicatief en ontstaan na een aanloopperiode van enkele jaren, en kunnen worden vertekend door incidentele aanbestedingsvoordelen. Daarom is er in deze notitie voor gekozen deze effecten niet mee te nemen.” Wij gaan hier onder het tweede motief nog wat verder op in.

U geeft aan dat de keuze tot uitbesteding voortkomt uit de visie dat de gemeente Enkhuizen zich dient te concentreren op een adequate uitvoering van de gemeentelijke kerntaken en andere taken die bestuurlijk belangrijk worden geacht. In uw antwoord zegt u dat “De taken van het Cluster beheer behoren tot de politiek-bestuurlijk belangrijke taken. Het beheer van de openbare ruimte is bij wet opgedragen aan het lokaal bestuur (de gemeenten)” Naar uw mening betekent dit niet dat deze taken in eigen beheer uitgevoerd hoeven te worden. In uw voorstel behoudt de gemeente de regie door beleid, planvorming, werkvoorbereiding, toezicht, controle op het eindresultaat en overzicht over beheerssystemen binnen de gemeentelijke organisatie te houden.

De ondernemingsraad is van mening dat scheiding tussen uitvoering en de toezicht hierop niet tot een hogere mate van efficiëntie zal leiden. In plaats van direct toezicht op het resultaat, zal toezicht achteraf bovendien leiden tot vertraging in het bijstellen van een achterblijvend resultaat. Onderzoek naar de kwaliteit van uitbestede diensten en naar de tevredenheid van burgers met de kwaliteit ontbreekt.

Uw toezegging dat voor de huidige loonsom minimaal dezelfde kwaliteit zal kunnen worden geboden, is dan ook niet hard gemaakt. De huidige kwaliteit is niet in kaart gebracht, noch is er een uitspraak van de gemeenteraad over de gewenste kwaliteit. Wij vragen ons af of de huidige kwaliteit de kwaliteit is, die de raad (en de burger) wil. Zoals bekend is er op dit moment bij de meeste afdelingen van Beheer een achterstand in onderhoud. Wij hebben begrepen dat het niet de bedoeling is, deze achterstand weg te werken voordat overgegaan wordt tot uitbesteding. Wij voorzien dat de marktpartij verantwoordelijkheid zal afschuiven, als bijvoorbeeld een riolering het begeeft, op het achterstallig onderhoud. Hierdoor voorzien wij dat er regelmatig extra kosten gemaakt zullen moeten worden voor onvoorziene incidenten.

De bezuinigingsopdracht en efficiencytaakstelling

In het BMC-rapport wordt een besparing op de loonkosten van 10% genoemd. BMC geeft hiervoor geen enkele referentie, maar verwijst slechts naar “de ervaringen die zijn opgedaan”. Ook verwijst u naar een conferentie van Oranjewoud, waar o.a. door de gemeente Hoogezand-Sappemeer is aangegeven dat een besparing van 25% mogelijk zou zijn. Uit contacten van de ondernemingsraad met de OR van deze gemeente komt echter een ander beeld naar voren.

Zoals hiervoor aangegeven, zijn ook in uw ogen de efficiencyvoordelen van uitbesteding te onzeker om in te boeken. Toch wordt in uw berekening een voordeel gerealiseerd van € 250.000. Dit voordeel wordt behaald uit een inschatting van te besparen kosten (op huisvesting, materiaal, facilitaire kosten en personele budgetten) van € 373.150,- verminderd met de geschatte kosten van de overblijvende dienst ( huisvesting, materieel voor wijkbeheer) van € 123.150,-.

‘Toevallig’ is dit bedrag precies gelijk aan de noodzakelijke bezuinigingstaakstelling van 5%. De ondernemingsraad is van mening dat het niet redelijk is om deze taakstelling geheel te realiseren door een reorganisatie binnen één Cluster. Bovendien zijn wij van mening dat de omvang van de ingreep en de sociale gevolgen wel erg groot zijn, om een besparing te realiseren van €250.000,-. Ook kleven er erg veel onzekerheden aan de ingeschatte besparing. De kosten van de overblijvende dienst zijn nog onvoldoende in kaart gebracht, gezien de keuze voor uitbesteding van uitvoerende –dus lager betaalde- werkzaamheden is te verwachten dat de functies van de overblijvende dienst de relatief beter betaalde functies zijn. Bovendien is de veronderstelling dat uitbesteding plaats kan vinden binnen de huidige loonsom (uitgaande van 20 man personeel) nog niet onderzocht en voorziet de ondernemingsraad dat onvoorziene incidenten zullen leiden tot een extra kostenpost.

Naast structurele kosten en opbrengsten is er ook sprake van incidentele opbrengsten (verkoop van het Witte Hert en materieel) en kosten (een half miljoen aan frictiekosten en een nog niet ingeschat bedrag aan desintegratiekosten mbt overheadtaken). Hierbij is niet gekeken naar de kosten die al zijn besteed aan BMC en de tijd die er door management en OR aan is besteed.

De ondernemingsraad ziet mogelijkheden in de verkoop van Het Witte Hert. Hierop gaan wij uitgebreid in, in het alternatieve plan.

Wijkgericht werken

In uw notitie geeft u aan dat het streven is door wijkgericht werken de dienstverlening te optimaliseren: de burger moet direct terecht kunnen bij de gemeente en de gemeente moet snel en adequaat reageren. De ondernemingsraad is van mening dat het niet voor de hand liggend is om te denken aan uitbesteding, als het gaat om het realiseren van wijkgericht werken.

Dit zou onzes inziens veel makkelijker gerealiseerd kunnen worden wanneer eigen personeel in wijkploegen zou worden ingezet. Bovendien vragen wij ons af of 3 fte voldoende is om de taken te verrichten die voorzien worden: snel en adequaat oplossen van kleine ergernissen door verstoring in de openbare ruimte. Hierbij wordt gedacht aan klachten die binnenkomen bij de bel-en herstellijn. Momenteel komt hier al werk voor ongeveer 3 fte uit, terwijl veel klachten buiten de B&H-lijn om, direct bij de medewerkers binnen komen. Al deze niet-geregistreerde klachten zullen straks niet meer rechtstreeks door het (uitbestede) personeel worden opgepakt. Een uitbreiding van de B&H-lijn (momenteel 0,6 fte) wordt niet voorgesteld.
Er wordt alleen gedacht aan ‘kleine’ ergernissen die door het wijkteam zullen worden opgepakt. Grotere ergernissen, of grotere klussen, zullen toch weer bij de uitbestede partij moeten worden ondergebracht. De OR betwijfelt of daarmee voldaan kan worden aan de wens die ten grondslag ligt aan het wijkgericht werken.

Alternatieven

De OR heeft u gevraagd welke alternatieven zijn overwogen om tot de beoogde doelstellingen te komen. U heeft aangegeven dat samenwerking met andere gemeenten uitgebreid is onderzocht, maar dat dit niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd. De OR is van mening dat op middellange termijn er toch een samenwerking met de omliggende gemeenten zal komen. De keuze om nu als gemeente Enkhuizen over te gaan tot uitbesteding van Beheer, kan later een obstakel vormen bij deze samenwerking.

Bij uw motivatie geeft u aan dat een grote meerderheid van de kleinere gemeenten de keuze hebben gemaakt beheer taken over te laten aan marktpartijen. Een inventarisatie van de OR leidt tot een andere constatering.

Ook aan het alternatief van geleidelijk uitbesteden van taken is aandacht besteed. In uw antwoord stelt u “Deze variant is bewust niet uitgewerkt, aangezien uit ervaringen van andere gemeenten blijkt dat dit het efficiencyresultaat verkleint. ” Ook hier wordt verwezen naar de conferentie van Oranjewoud en niet naar een gedegen onderzoek om dit te staven. Bovendien wordt deze redenering niet consequent toegepast; bijvoorbeeld wordt de uitvoering van begraafplaats beheertaken niet uitbesteed.
De ondernemingsraad is van mening dat een geleidelijke uitbesteding van taken wél een alternatief is, wat het onderzoeken waard is. Dit heeft niet alleen minder drastische personele consequenties, maar biedt ook de mogelijkheid om in de overgangsperiode ervaring op te doen met het werken in wijkgerichte teams. Wij verwijzen hiervoor naar het bijgevoegde alternatieve plan.

In de notitie op p.9 worden een aantal aanvullende argumenten aangegeven waarom de keuze gemaakt wordt taken aan de markt over te laten. Hierin wordt genoemd: de niet optimaal georganiseerde bevoegdheden structuur binnen het Cluster beheer, het bestaan van éénmansfuncties, de wijze waarop materieel wordt ingezet en de huidige huisvesting. De OR is van mening dat deze zaken ook binnen een interne dienst opgelost kunnen worden. Ook hiervoor verwijzen wij naar het alternatieve plan.

Rol van het management

De ondernemingsraad is van mening dat er zeker verbeteringen mogelijk zijn bij het cluster Beheer. Wij constateren dat dit mede de verantwoordelijkheid is van het management en betreuren het dat er in het BMC rapport geen aandacht besteed is aan de rol van het management bij het ontstaan van mogelijke inefficiency. Het personeel van het Cluster Beheer heeft hierdoor sterk het gevoel gekregen een zwarte Piet toegespeeld te krijgen, terwijl het management niet de hand in eigen boezem heeft willen steken. Ook om te voorkomen dat in de toekomst dezelfde problemen optreden, lijkt ons onderzoek naar de rol van het management noodzakelijk.

2. Gevolgen voor het personeel

De ondernemingsraad is van mening dat de gevolgen voor het personeel erg groot zijn. Het personeel werkzaam bij het Cluster Beheer is relatief oud (gem. 48 jaar) en heeft over het algemeen een lange diensttijd bij de gemeente. Het personeel voelt zich erg verbonden met de stad Enkhuizen en is bereid gebleken daarvoor de handen uit de mouwen te steken. Het personeel voelt zich door het voorgenomen besluit aan de kant gezet. Dit komt mede omdat in het voorstel de personele gevolgen nog niet volledig in kaart zijn gebracht. Dit zou pas kunnen wanneer met marktpartijen overeenstemming is bereikt over overname van personeel. Nu staat in de tabel op blz. 17 en 18 van de notitie in kaart gebracht welke functies ongewijzigd zijn, welke nieuwe functies er zijn en welke functies opgeheven (boventallig of overtollig) zijn. Onder die laatste categorie vallen alle uit te bestede functies. Het is volgens de ondernemingsraad onjuist om deze functies als boventallig aan te wijzen. Immers, u heeft toegezegd dat uitgangspunt is dat marktpartijen het personeel mee overnemen.

Overname van het personeel door marktpartijen zal ingrijpende gevolgen hebben op de arbeidsvoorwaarden van het personeel, zeker wanneer zoals te verwachten een andere arbeidsvoorwaardenregeling/CAO van toepassing is.

Ook de medewerkers die bij de gemeente achterblijven zullen de gevolgen ondervinden van uitbesteding van het Cluster beheer. De overhead zal door een kleiner aantal afdelingen moeten worden gedragen, of er zal een verdere bezuiniging op de overhead moeten plaatsvinden. Bovendien zal veel interne dienstverlening wegvallen, zoals het onderhoud van voertuigen van de havendienst of brandweer, het inzetten van medewerkers van Beheer bij evenementen en rampenbestrijding.

De medewerkers van de overblijvende dienst zullen andere werkzaamheden gaan verrichten, met name doordat uitvoering en beheer/toezicht uit elkaar worden gehaald en er geen collegiaal contact meer is tussen beide groepen medewerkers. Sommige onderdelen zoals BOA en infra worden bij een andere afdeling geplaatst. Voor de medewerkers zal na verkoop van het Witte Hert andere huisvesting moeten worden gevonden.

Zoals u in de overlegvergadering heeft aangegeven ligt het in de bedoeling de nieuwe functies door het huidige personeel te laten vervullen. Zij krijgen zo nodig de gelegenheid zich hiervoor te bekwamen door opleiding. De functieomschrijvingen van de nieuwe functies ontbreken nog, waardoor voor het personeel niet duidelijk is of dit een reële optie is. De OR dringt aan op een transparante procedure, waarbij is vastgesteld:
- de functiebeschrijving en –waardering
- wanneer sprake is van nieuwe functies (b.v. wanneer meer dan 70% van de taken zijn gewijzigd)
- de samenstelling van een plaatsingscommissie, waarin één persoon op voordracht van de OR zitting krijgt

Een deel van het personeel ontvangt momenteel gedurende een half jaar een extra looncomponent voor gladheidbestrijding. Er wordt voorgesteld gladheidbestrijding bij één partij onder te brengen. Hierdoor bestaat de kans dat een deel van de medewerkers deze looncomponent kwijt raakt. Aangezien hier sprake is van een looncomponent is de OR van mening dat dit valt onder de salarisgarantieregeling (sociaal statuut 3.8).

3. Maatregelen

De ondernemingsraad is van mening dat naast het sociaal statuut een sociaal plan moet worden afgesloten waarin specifieke maatregelen voor de specifieke gevolgen worden opgenomen. Wij wijzen u erop dat in het sociaal statuut (art. 2:3 en 5:4) staat dat voordat een definitief besluit wordt genomen overleg moet worden gevoerd met het G.O. over de personele gevolgen en de te nemen maatregelen. In uw brief van 3 januari 2007 zegt u toe hierover met het GO in gesprek te gaan. Wij zijn echter van mening dat dit overleg moet worden gevoerd voordat een definitief besluit wordt genomen en dat het sociaal plan door de OR moet worden meegewogen in zijn advies. De OR heeft u op 20 december zijn “wensenlijstje”doen toekomen. Hierin is aangegeven wat de OR in het Sociaal Plan geregeld wil zien. In uw reactie hierop geeft u aan dat u aan:

a) Ten aanzien van de door de OR gevraagde werkgelegenheidsgarantie dat u als criterium mee wil laten wegen welke garanties een bedrijf kan bieden dat voor werkzekerheid zolang als de opdracht van de gemeente duurt. De OR vindt deze toezegging onvoldoende tegemoetkomen aan onze wens, aangezien het “meewegen als criterium” geen zekerheid biedt over de uiteindelijke afweging, en bovendien de duur van de opdracht van de gemeente om andere redenen wel eens veel korter dan de gewenste minimaal 5 jaar kan zijn.

b) De OR is tevreden over uw toezegging dat behoud van het aantal dienstjaren is verzekerd en dat het zorgvuldig uitvoeren van de regelingen en het sociaal statuut uitgangspunt is.

c) De OR heeft aangegeven te willen dat de medewerkers óf terug in dienst van de gemeente worden genomen óf worden overgenomen door een andere partij indien de overnemende partij failliet gaat. U geeft aan dit niet te kunnen geven aangezien de werkzaamheden binnen de gemeente straks niet meer bestaan. De OR wijst u erop dat het beheer van de openbare ruimte bij wet is opgedragen aan het lokaal bestuur. Als de gemeente deze taak uitbesteed en de marktpartij gaat failliet, zal de gemeente deze taak óf weer zelf moeten gaan uitvoeren óf snel moeten onderbrengen bij een andere partij. De OR wil de garantie dat het ex gemeentepersoneel daarbij óf terug kan keren naar de gemeente óf door de nieuwe marktpartij in dienst moet worden genomen.

d) De OR heeft voorgesteld oudere personeelsleden welke gebruik maken van de FPU regeling de keuze te geven tussen meegaan naar de overnemende partij (mens volgt werk) of in dienst te blijven bij de gemeente en gedetacheerd te worden. U geeft aan geen algemene regeling te willen, maar de voorkeur te geven aan maatwerk. De OR is van mening dat de keuze-optie maatwerk mogelijk maakt, maar een algemeen karakter wenselijk is, om voor medewerkers de mogelijkheid inzichtelijk te maken.

e) De OR heeft begrip voor uw toevoeging bij onze wens de eisen 1:1 over te laten gaan. Wij zijn echter van mening dat de gemeente wel een taak heeft er op toe te zien dat de ex medewerkers op een functie in het nieuwe bedrijf geplaatst kunnen worden. Het is ons te vrijblijvend om te stellen dat “hoe een bedrijf de uitvoering van deze taken wil organiseren is aan het bedrijf”. De oude functies, mogelijk iets gewijzigd, moeten wel herkenbaar zijn en worden toebedeeld aan de ex medewerkers van de gemeente. Dit hangt samen met het criterium dat het personeel de standplaats Enkhuizen houdt. Wij zijn van mening dat niet op voorhand dit criterium als minder zwaar moet worden aangewezen.

f) Wij zijn het niet met u eens dat het boventallig verklaren voorwaarde is voor het in werking treden van het sociaal statuut. In de werkingssfeer staat aangegeven dat het statuut van toepassing is op alle belangrijke organisatiewijzigingen. Het sociaal statuut is dus van toepassing op alle medewerkers die betrokken zijn bij de organisatiewijziging. Wel is de ondernemingsraad van de mening dat artikel 5:3 pas in werking kan treden per datum dat boventalligheid optreedt, en de functie en werkzaamheden daadwerkelijk zijn vervallen en de medewerker niet mee over kan naar de overnemende partij. Dit betekent dat in de tijdsplanning boventalligheid pas aan de orde kan zijn bij punt 12 van het implementatietraject, wat naar verwachting pas in januari 2008 het geval kan zijn. Eventueel eerval ontslag zou dan niet eerder dan januari 2009 -als alles volgens planning verloopt- aan de orde kunnen zijn. Graag vernemen wij van u of u onze interpretatie onderschrijft.

g) Wij zijn blij dat u onze opmerkingen over de transparantie van de herplaatsingprocedure ter harte neemt en kan zich vinden in uw voorstel om in de herplaatsingscommissie een plek te reserveren voor iemand op voordracht van de OR of de vakbonden. Wij zijn met u van mening dat dit niet een medewerker van het cluster beheer kan zijn. De OR zal hierover met de vakbonden contact opnemen. Overigens zou in dat geval deze voordracht kunnen bestaan uit een onafhankelijk deskundige.

In uw reactie op ons wensenlijstje stelt u voor het programma van eisen voor wat betreft de personele aspecten informeel aan de OR voor te leggen. De OR gaat er ervan uit dat over het concrete uitbestedingbesluit ter zijner tijd formeel advies zal worden gevraagd.

4. Conclusie

De ondernemingsraad is van mening dat het besluit tot reorganisatie van het Cluster Beheer onvoldoende gemotiveerd en onderbouwd is en het belang voor de organisatie niet opweegt tegen de gevolgen die het besluit heeft voor de medewerkers en de voorgestelde maatregelen niet voldoende zijn om deze bezwaren weg te nemen. De ondernemingsraad is van mening dat er onvoldoende aandacht is besteed aan andere mogelijkheden om de doelen te verwezenlijken.

De ondernemingsraad ondersteunt het bijgevoegde alternatieve plan van de Commissie Grondgebied en verzoekt u nader onderzoek te doen naar de mogelijkheid om via een geleidelijke uitbesteding een efficiencyslag te bereiken en te komen tot een slanke regievoerende organisatie, die in staat is optimale dienstverlening aan de burger te garanderen. De OR betreurt het niet in een vroeg stadium, bij het verlenen van de opdracht aan BMC, bij de ingeslagen koers betrokken te zijn, waardoor nu achteraf een nieuw onderzoek nodig is.

De OR adviseert u het besluit tot uitbesteding van het Cluster Beheer op de wijze zoals voorgesteld in de Notitie Reorganisatie beheer niet te nemen en een onderzoek te doen naar de mogelijkheid van een geleidelijke uitbesteding, rekening houdend met natuurlijk verloop.

De OR verzoekt u ons op de hoogte te stellen van het besluit dat u naar aanleiding van ons advies neemt, en indien u afwijkt van ons advies een motivatie waarom, conform artikel 25, 5e lid. De OR is vanzelfsprekend bereid tot nader overleg.

Hoogachtend,
De Ondernemingsraad van Enkhuizen

De Secretaris De Voorzitter

D. Kalk R. M. Out

Reageren?

Wilt u reageren op een bericht?

Graag! Wij horen graag uw mening en willen met iedereen de discussie aangaan.

Een paar spelregels:

  • Alleen reacties die serieus ingaan op de inhoud van het bericht worden geplaatst. Aan "bagger" en "afzeikerij" doen we niet mee.
  • Anonieme reacties worden niet geplaatst
  • Wilt u reageren, maar niet in het openbaar? Gebruik dan onze contactpagina
     

U bent hier