West-Friesland

Buiten de interpellatie om kwam het volgende ook aan bod:

Water als economische drager: Harlingersteigers.

Mevrouw Quasten (SP) meent dat tussen het herziene en het oorspronkelijke voorstel weinig verschil bestaat. Vanaf het begin is gezegd dat het om een integraal project gaat dat zich niet leent voor het schrappen van welk onderdeel dan ook.
Met het voorstel in deze vorm kan de fractie van de Socialistische Partij niet akkoord gaan. De onderbouwing van de cijfers rammelt aan alle kanten en ook de economische spin-off roept bedenkingen op. Subsidie binnenhalen om de subsidie is een verkeerde keus. Ook moet erop worden gewezen dat de Gependam heel veel geld heeft gekost en nog niet rendabel is. Het zou dus niet onlogisch zijn daar cruiseschepen aan te meren.
Evenals omwonenden, belanghebbenden en de Vereniging Oud Enkhuizen is de fractie van mening dat het historische aanzicht van het laatste stukje zeemuur dient te worden gevrijwaard van een lange steiger met cruiseschepen.
In de commissie is de suggestie gedaan bijvoorbeeld in noordoostelijke richting een alternatieve locatie te zoeken. De bereidheid daartoe was weliswaar aanwezig, maar de indieningstermijn voor de subsidieaanvraag bleek een struikelblok te zijn. Navraag heeft geleerd dat de aanvraag tot 1 augustus en zelfs 1 september kan worden ingediend. Met andere woorden: de termijn is in principe geen obstakel. De SP-fractie vreest dan ook dat uiteindelijk toch op de oorspronkelijke locatie, namelijk de Harlingersteiger, zal worden teruggevallen.
Ten slotte mag niet onvermeld blijven dat het college al vanaf juni 2005 met deze zaak bezig is geweest. Op 25 oktober heeft hierover met de provincie het eerste contact plaatsgevonden. Nu hebben burgemeester en wethouders opeens ontzettend veel haast en hameren erop dat, indien niet met het voorstel wordt ingestemd, veel andere mooie zaken níét kunnen worden gerealiseerd. De SP-fractie laat zich echter geen schuldgevoel aanpraten!

Mevrouw Quasten (SP) bespeurt dat allerlei aspecten in deze discussie zijn betrokken waarop zij niet goed de vinger kan leggen. Hoe men de zaak echter ook wendt of keert, de Harlingersteiger is de kapstok waaraan àlles is opgehangen. Als het college stelt dat afwijzing van dit raadsvoorstel tot problemen met het opknappen van de brug, het baggeren enzovoort leidt, moet worden geconcludeerd dat die zaken de werkelijke reden zijn om subsidie aan te vragen. Overigens is dat niet zo heel vreemd, want de restauratie van de brug is aanvankelijk op € 450.000,-- geraamd, maar blijkt nu € 1,8 miljoen te kosten. Kennelijk is het rekenwerk niet foutloos gedaan! Er zijn meer punten van kritiek.
 Afgezien van de subsidieaanvraag stelt het college feitelijk voor géén besluit te nemen.
 Ook is niet duidelijk toegezegd dat opties aan de gemeenteraad zullen worden voorgelegd.
 De raad wordt onder tijdsdruk gezet en dit is bijzonder onprettig.
 In beslispunt 4 wordt gezegd dat, indien de subsidiënten projectonderdelen niet honoreren, de gemeente navenant minder geld beschikbaar zal stellen. Wat moet de raad zich daarbij voorstellen? Worden dan drie prullenbakken neergezet in plaats van vijf?
Kortom: deze materie is en blijft vaag en is niet goed onderbouwd. De fractie van de Socialistische Partij wacht een beter voorstel en een behoorlijke raadsdiscussie af.
In elk geval moet worden voorkomen dat nu een weg wordt ingeslagen waarvan niet kan worden teruggekeerd.

NB: Uiteindelijk heeft de raad beslist dat er wel subsidie aangevraagd mag worden maar dat de locatie Harlingensteiger absoluut niet in beeld is.