West-Friesland

Inleiding
Burgers betrekken bij de politiek is n van de opdrachten van de gemeenteraad. Op verschillende manieren wordt daar vorm aan gegeven. Dit initiatiefvoorstel van de SP-fractie stelt voor om burgers de mogelijkheid te geven zich direct te begeven in het kloppend hart van onze lokale democratie: de gemeenteraad. Burgers krijgen het recht om tijdens de raadsvergadering mondelinge vragen te stellen aan het college en de raad.

Voorstel
Een vragenuur van burgers is een zinvolle nieuwe vorm van het direct betrekken van burgers bij het lokale bestuur. Nu hebben burgers de mogelijkheid een burgerinitiatief in te dienen, maar dat is een flink project en kan alleen gaan over grote lijnen en nieuw beleid. Ook kunnen burgers inspreken tijdens commissievergaderingen, maar hiervoor stellen niet zij maar de raad de agenda en dus de onderwerpen vast. Burgers kunnen ook brieven schrijven aan raad en college, maar dat is een zeer indirecte manier van communiceren.
Burgers zouden, onder voorwaarden, de mogelijkheid moeten hebben deel te nemen aan een debat waarvan zij zlf het onderwerp bepalen, wat een zekere actualiteit heeft, wat kan gaan over oud en nieuw beleid, over grote en kleinere zaken, in direct contact met hun gemeentebestuur: het college en de raad.
Het burgervragenuur moet een vast moment in elke reguliere raadsvergadering worden. Er geldt een beperking in totale tijd (en dus het aantal te behandelen vragen) en in spreektijd per burger.Burgers dienen hun vragen vooraf schriftelijk in te dienen om college en raad tijd te geven zich voor te bereiden op een reactie. Er geldt een systeem van wie het eerst komt, het eerst maalt, voor zowel het totaal aantal vragen als vragen over hetzelfde onderwerp.
Bij het burgervragenuur heeft elke fractie het recht op n vraag. Wij kunnen ons voorstellen dat burgers die spreken namens gesubsidieerde of anderszins duidelijk aan de gemeente gelieerde instellingen uitgesloten worden, om te voorkomen dat dit vragenuur zich opnieuw gaat afspelen in het al bekende circuit. Ook kunnen wij ons voorstellen dat dezelfde burger zich niet steeds kan aanmelden voor het vragenuur, eveneens om te voorkomen dat het bereik beperkt wordt.
Verder zouden duidelijke en heldere voorwaarden gesteld moeten worden aan de inhoud van de vragen om te voorkomen dat louter persoonlijke problemen aan de orde komen die eerder bij een gemeentelijke dienst thuishoren dan bij het politieke bestuur van de stad. Toch zouden deze voorwaarden niet zodanig beperkend mogen zijn dat burgers geen gebruik meer (kunnen) maken van deze mogelijkheid.

Besluit
De commissie BOF besluit uit haar midden een delegatie van raads/commissieleden samen te stellen die verder invulling gaat geven aan dit voorstel, en hierover rapporteert aan de Commissie BOF, die na beraad en overeenstemming een samenhangend voorstel doet aan de gemeenteraad om een verordening Burgervragenuur in te stellen.

Mevr. Quasten is van mening dat er te weinig instrumenten zijn om de burgers te betrekken en dat er te lange lijnen zijn tussen burger en raad/college. Uit de commissie BOF zou een delegatie samengesteld kunnen worden, die rapporteert aan de commissie BOFS. Dhr. Visser is van mening dat er voldoende mogelijkheden voor burgers zijn om zich te laten horen. De uitvoering van het voorstel lijkt lastig. Dhr. v.d. Pluijm verzoekt om dit onderwerp te betrekken bij de discussie over het domein en de invulling van de commissies. Dhr. Langbroek, mevr. Kuijsten en dhr. v. Oostende sluiten zich hierbij aan. Dhr. V. Oostende is van mening dat dit niet belet dat er nu een delegatie benoemd wordt. Mevr. Quasten vraagt wanneer de domeindiscussie plaatsvindt.

De voorzitter meldt dat de domeindiscussie op woensdag 28 juni plaatsvindt. Het voorstel wordt tot dan aangehouden. De fractie SP gaat hiermee akkoord.