niet bang maar ongerust over "spookverhalen" WMO
niet bang maar ongerust over "spookverhalen" WMO
18 MEI 2006
Het overgrote deel van de mensen die thuiszorg krijgen, vertrouwt erop dat ze na de invoering van de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) nog steeds de zorg krijgt die ze nodig heeft. Dat blijkt uit een klantenscan onder thuiszorgclinten.
In de Wmo nemen gemeenten de organisatie van een groot deel van de thuiszorg van het zorgkantoor over. Spookverhalen over gemeenten die straks de boel in het honderd laten lopen, lijken dus niet zo te leven bij de doelgroep. Overigens is een overgrote meerderheid (83 procent) van de huidige thuiszorgclinten ook over de kwaliteit van de thans geleverde zorg tevreden.
Opvallend in het onderzoek was tevens dat slechts een kwart van de ondervraagden ervan op de hoogte bleek te zijn dat er zoiets als een Wmo in aantocht is. Driekwart wist dat niet.
Uit het onderzoek blijkt weliswaar dat zorgontvangers niet bang zijn hun gendiceerde zorg kwijt te raken, maar mantelzorgers maken zich wel zorgen. Dertig procent van de mantelzorgers vindt deze taak moeilijk te combineren met werk. Dat geldt vooral voor de groep onder de 55 jaar, omdat deze mantelzorgers veelal nog in het arbeidsproces zitten.
Volgens de onderzoekers verleent ongeveer twee procent van alle Nederlanders mantelzorg. Dat percentage is aanzienlijk lager dan het cijfer van vijftien procent dat landelijk wordt gehanteerd. De onderzoekers spreken echter van structurele en substantile mantelzorg, wanneer iemand minimaal een dag of acht uur per week voor familie of vrienden zorgt. Terwijl het landelijk percentage is gebaseerd op de nogal ruimte definitie dat iemand regelmatig of af en toe hulp verleent aan familieleden of vrienden.
- Zie ook:
- SP WFO