h

Het verdriet van Westfriesland

9 oktober 2012

Het verdriet van Westfriesland

5 november zend de IKON de indrukwekkende documentaire Het verdriet van Westfriesland uit. Deze uitzending is te zien op Ned. 2 om 23.00 uur bij de IKON Holland Doc. Onderstaand document heeft de SP werkgroep Jeugd & Alcohol gemaakt als advies voor de gemeenteraden in Westfriesland. Drank als maatschappelijk fenomeen en probleem Aanbevelingen aan de gemeenteraden van West Friesland Inleiding Al sinds de oudheid is drank onlosmakelijk verbonden met de mens. Drank is een maatschappelijk fenomeen waar fans en tegenstanders zich mee bezighouden. Vanouds is er aandacht voor binnen de arbeidersbeweging. Met drank is veel geld gemoeid, zowel aan de batenkant als de kostenkant. Er gaan vele miljarden om in de wereld van de drank. De productie van grondstoffen, de fabricage in de industrie, het transport en distributie, de reclame, de verkoop in de horeca, de supermarkten, de sportverenigingen, bedrijfskantines, buurt- en wijkcentra, dorpshuizen en jongerencentra leveren werkgelegenheid en winst/inkomen op. De overheid heft inkomsten- en loonbelasting, accijnzen, BTW, winst- en vennootschapsbelasting en de omroepen verdienen geld met reclame. Maar er is ook een materile en immaterile kostenkant. De kosten van verslavingszorg, politie en justitie, rechterlijke macht, de gezondheidszorg, materile schade door vandalisme en alcohol gerelateerde (auto ) ongelukken, hulpverlening, uitval en verzuim arbeid, gevangeniswezen, werkloosheid, geestelijke schade door vermindering schoolprestaties jongeren, schooluitval, maatschappelijke desintegratie, sucidaal gedrag en slachtoffers van geweld bedragen ook miljarden. De situatie nu De acceptatie door de samenleving van drankgebruik is groot. Interessant is de vergelijking met verdovende middelen. Daar gaan ook miljarden in om, maar die blijven ondergronds binnen het criminele circuit. De acceptatie van het gebruik is maatschappelijk aanzienlijk minder. Het aantal problematische drugsgebruikers ligt rond de 20.000 in Nederland, terwijl het aantal probleemdrinkers in Nederland rond de 800.000 ligt. Regulering, curatieve zorg, repressie, aandacht in de media en de politiek, overheidsgeld voor de bestrijding van drugsgebruik krijgt ruimschoots aandacht. Gevolgen van drankgebruik komen minder in beeld. Was dertig jaar terug de gemiddelde leeftijd binnen een AAA groep rond de vijftig, nu ligt dat al op twintig. Was de gemiddelde leeftijd van een Korsakov patint dertig jaar terug rond de zestig, nu rond de veertig. De jongste patint in Nederland is 19 jaar. De leeftijd waarop jongeren beginnen met alcoholconsumptie wordt steeds lager en ligt rond de twaalf jaar. Ook de leeftijd waarop kinderen de alcoholpoli worden binnengebracht wegens comazuipen ligt steeds lager. De laatste jaren kennen we het comazuipen onder jongeren als nieuw fenomeen. Terwijl de gemiddelde alcoholgebruiker drinkt om zich lekker te voelen is er onder jongeren een nieuwe trend ontstaan: je comazuipen is je ziek zuipen en niet zuipen om je lekker te voelen. Waar normaal gesproken sociale controle een remmende factor in een groep is op dronken worden, is de laatste jaren het groepsgewijs zuipen de norm geworden. Als je niet meedoet ben je niet stoer, ben je een watje, hoor je er niet bij en ben je dus een eenzame loser, wordt je gepest of wordt je geprest. Naast bier is sterke drank gebruikelijk geworden, vooral wodka, omdat dat geen geursporen achterlaat. Verklaringen Factoren die de verandering in de laatste jaren kunnen verklaren zijn de volgende:

  • Met de invoering van de Euro ging de horeca haar prijzen verdubbelen. Jongeren gingen als vriendengroep massaal over op indrinken thuis. Mag het bij de ene ouder niet of met mate, dan ga je naar een ander waar het thuis wel toegestaan wordt.
  • De supermarkten gingen mee in die trend door te gaan stunten met de prijs van kratten bier, waardoor het nog goedkoper wordt om je thuis in te drinken.
  • De teruglopende omzet van sterke drank werd door de drankindustrie aangepakt. De breezer werd uitgevonden en heeft een sterke opmars gemaakt, vooral onder meisjes. Neveneffect is, dat sterke drank als geheel meer wordt verkocht en wodka is trendy.
  • Niet alleen de grotere verkrijgbaarheid, maar ook het voorhanden hebben van redelijk veel geld onder jongeren en de lage prijs van drank buiten de horeca spelen een rol.
  • Sportkantines, jongerencentra en festivals drijven voor een belangrijk deel van hun inkomsten op de barwinsten.

We kunnen daarom spreken van een maatschappelijk probleem. Een probleem waarop we als politieke partij die midden in de samenleving staat, een antwoord moeten formuleren. Grote vraag daarbij is, of het probleem tembaar of ontembaar is, beheersbaar of onbeheersbaar. Daarbij is een inventarisatie van belemmeringen noodzakelijk om antwoorden te formuleren. Belemmeringen in de sfeer van preventie, bij curatieve zorg en bij de repressieve kant. Daarbij is de rol van de overheid cruciaal, omdat er vanuit de overheid middelen beschikbaar worden gesteld om het probleem aan te pakken en vanuit de overheid kan er regelgeving komen. Belemmeringen bij preventie

  • Het bewustzijn dat drankgebruik, zeker op jonge leeftijd, uitermate schadelijk is ontbreekt. Er is bij ouders, maatschappelijke organisaties en overheden een ontstellend gebrek aan kennis over de schadelijke gevolgen van drankgebruik op jonge leeftijd. Dat overmatig alcoholgebruik op zeer jonge leeftijd hersenbeschadigingen veroorzaakt en dat een kind twee tot drie schoolniveaus lager eindigt is onbekend. Dat alcoholgebruik bij jongeren onder de zestien binnen enkele weken verslavend werkt is onbekend.
  • Ouders gaan moeilijk de strijd aan met hun puberkinderen over uitgaan en drankgebruik. Grenzen stellen is lastig en levert een constante strijd op. De vriendenkring van hun kinderen is vaak buiten beeld.
  • Er worden door de overheid onvoldoende middelen voor preventie beschikbaar gesteld. De jeugd GGZ zit niet meer in de AWBZ, dus worden preventieprojecten niet meer via deze weg gesubsidieerd. Lokale overheden trekken zich terug. Ook de Provincie N-Holland heeft haar handen afgetrokken van alcohol preventiebeleid.
  • De leeftijd waarop jongeren alcohol kunnen krijgen is te laag.
  • Veel scholen willen niet meewerken aan preventieprojecten
  • Sportverenigingen stimuleren drankgebruik, omdat dit de clubkas spekt

Belemmeringen bij curatieve zorg

  • Door marktwerking worden ketenpartners concurrenten van elkaar. Samenwerking wordt daarmee ernstig verstoord, zo niet onmogelijk gemaakt
  • De enorme hoeveelheid bureaucratie, regelgeving, offertes, aanbestedingen, verslagleggingen, indicatiestellingen, productfinanciering en protocollering, rapportages, het weinige vertrouwen in de professionals en de angstcultuur zorgen voor verspilling van inzet in de eerste lijn (60% direct werken met clinten, 40% bureauwerk).
  • Het imago van de Centra voor Jeugd en gezin is slecht. Teveel wordt een CJG gezien als consultatiebureau voor zuigelingen. De CJGs zijn niet laagdrempelig en hebben te weinig binding met de samenleving
  • De jeugdzorg is onvoldoende zichtbaar in de keten. Gevaar van decentralisatie van de jeugdzorg van Provincies naar gemeenten is het feit dat gelden niet geoormerkt zijn en dat ambtelijke apparaten en politici geen of onvoldoende kennis van zaken hebben
  • Hulpverlening vindt teveel plaats vanuit grote logge instellingen waar de professional te weinig ruimte krijgt voor de eigen creativiteit en professionaliteit. Hulpverlening is vaak niet ambulant, niet outreachend en te vaak gericht op slechts n aspect. Een integrale aanpak, waarbij er een plan voor het hele gezin wordt gemaakt ontbreekt vaak

Belemmeringen bij toezicht en handhaving

  • Als er in de horeca of in instellingen zoals jongerencentra en sportverenigingen of bij festivals en kermisborrels aan minderjarigen wordt geschonken is er nauwelijks of geen toezicht op handhaving, zijn er nauwelijks sancties en is er nauwelijks bewustzijn dat tappen aan minderjarigen een misdrijf kan opleveren
  • De sancties op overtredingen van de Drankwet, zoals tappen aan jongeren onder de zestien door de horeca zijn marginaal vergeleken met de sancties in de horeca bij het vinden/dealen van verdovende middelen. Dan wordt de tent dichtgetimmerd.
  • Als de Nationale Politie vorm gegeven wordt in 25 regios zal dit belemmerend en vertragend werken bij handhaving en toezicht
  • De ruime openingstijden van de horeca. De deur vroeger sluiten, terwijl de sluitingstijd voor het aanwezige publiek tot in de vroege uurtjes loopt werkt alleen maar het thuis indrinken in de hand.
  • Als jongeren onder de zestien in het weekend drank willen kopen in supermarkten zitten vaak hun klasgenoten van vijftien/zestien jaar achter de kassa. Die handhaven over het algemeen het verkoopverbod niet

Regierol gemeenten en cordinatie Gemeenten houden zich niet altijd aan hun kerntaken en houden zich niet altijd op afstand. Ambtenaren en politici bemoeien zich vaak met de uitvoering, terwijl ze alleen faciliterend zouden moeten zijn en de beleidsmatige regie moeten hebben. Ook is er in de ambtelijke apparaten vaak een gebrek aan kennis van de praktijk. De decentralisatie van de jeugdzorg zorgt voor grijze haren bij menig ambtenaar. Wil de keten van preventie, curatieve zorg en repressie goed werken, dan is kwalitatief goede cordinatie noodzakelijk. Deze ontbreekt in de meeste gevallen. Met de nieuwe drank en horecawet worden veel taken, vooral handhaving en toezicht op het bordje van gemeenten gelegd. Die zijn daar niet altijd onvoldoende op toegerust. Oplossingsrichtingen in het algemeen

  • Het verkleinen van de mogelijkheden tot het verkrijgen van alcohol als minderjarige. Dat kan door een schenkverbod op te leggen bij gesubsidieerde verenigingen zoals sportclubs en jongerencentra. Dat kan door bij vestigingsvergunningen voor supermarkten te eisen/wettelijk te regelen dat alle drank, dus ook bier, wijn en breezers naast sterke drank in een aparte ruimte verkocht moet worden. De verkoop mag uitsluitend door meerderjarigen geschieden.
  • Nu wordt er een onderscheid gemaakt in leeftijd voor het verkrijgen van zwak alcoholische drank (16 jaar) en sterke drank (18 jaar). Hef dat onderscheid op door alles naar 18 jaar te brengen
  • Regel een wettelijk verbod op gebruik van alcohol op scholen
  • Hef meer accijns op alcohol. Maak drank duurder, vooral in de supermarkten.
  • Steek meer geld in voorlichtingscampagnes waar het om bewustwording gaat van ouders en jongeren zelf
  • Stel middelen voor flankerend beleid beschikbaar aan scholen en aan het jongerenwerk voor preventieprojecten. Overtuig het onderwijs dat alcoholpreventie in het curriculum van de school opgenomen moet worden, bijvoorbeeld in het vak biologie, en stel daar middelen voor beschikbaar
  • Financier GGD en anderen structureel om opvoedcursussen aan ouders te geven waar alcohol en de gevolgen aan bod komen, en waar omgaan met pubers en opvoeden zo deel uitmaken van alcoholpreventiebeleid
  • Vaardig een reclameverbod op tv en tijdens festivals en evenementen uit voor alcohol
  • Richt de hulpverlening kleinschalig in. Zorg dat de hulpverlening ambulant, outreachend en integraal wordt aangepakt. Weg met overbodige rapportages en regelgeving, weg met alle indicatiebureaus. Geef de zorg terug aan de zorgverleners.
  • Geef het sanctiebeleid vorm door hoge boetes voor horeca, sportkantines en gesubsidieerde instellingen bij overtreding van het tapverbod voor jeugdigen. Timmer de tent dicht bij herhaaldelijke overtreding, zoals dat ook bij het aantreffen van verdovende middelen nu aan de orde is.
  • Ziekenhuizen krijgen een AMK meldingsplicht bij binnenkomst van een minderjarige comazuiper

Aanbevelingen van de SP voor de gemeenten in West Friesland

  1. In overleg met supermarkten in de gemeente zou de inzet tweeledig moeten zijn: Enerzijds op het feit dat alle alcoholhoudende drank, dus ook de zwak alcoholische, verplaatst moet worden naar een aparte slijterijruimte; anderzijds dat de verkoop van alle alcoholische drank uitsluitend door volwassenen verricht wordt. Gebleken is immers, dat in West Friesland de naleving van de leeftijdsgrens van 16 jaar in 52% van de gevallen niet wordt nageleefd. De nieuwe Drank- en Horecawet geeft de Raad verordende bevoegdheden, waar het gaat om het beperken van de beschikbaarheid van alcoholhoudende drank voor jongeren.
  2. De gemeenteraad heeft in de nieuwe wet de plicht om voor de paracommercie, zoals de sportverenigingen, een verordening op te stellen. Het is hard nodig, gezien de cijfers. In 56% van de gevallen wordt de leeftijdsgrens van 16 jaar niet nageleefd door verenigingen. De verordening zal moeten aangeven dat er slechts sprake mag zijn van het verstrekken van alcoholische drank als er geen jeugd onder de leeftijd van 16 jaar aanwezig is. Een en ander kan aan de vergunning gekoppeld worden.
  3. De handhaving en toezicht op (para)commercile instellingen zal strenger moeten worden, gezien het feit dat in 78% van de gevallen de leeftijdsgrens van 16 jaar overtreden wordt door cafs en discotheken en in 56% bij de paracommercie. De kosten van uitbreiding van toezicht zullen verhaald moeten worden op de uitbaters. Het is immers wonderlijk dat bijvoorbeeld in de commercile kinderopvang de kosten van toezicht van de inspectie betaald worden door de eigenaar van de opvang en bij de uitbaters van (para)commercile activiteiten die kosten door de belastingbetaler betaald zouden moeten worden. Een en ander kan aan de vergunning gekoppeld worden.
  4. Wij pleiten ervoor, dat er bij de verstrekking van vergunningen bij evenementen en festivals eisen, c.q. voorschriften worden opgenomen zoals een verbod op alcoholreclame en het verplicht inhuren door de organisatoren van voldoende professionele toezichthouders, op kosten van de organisatoren, die de leeftijdsgrenzen streng bewaken.
  5. Verbeter het imago van het CJG o.a. door betere voorlichting.
  6. Versterk de opvoedingsondersteuning voor ouders met pubers
  7. Maak middelen vrij voor flankerend beleid ten behoeve van het jongerenwerk en het onderwijs, waar het gaat om preventieprojecten

U bent hier