h

Vriendjespolitiek

1 augustus 2006

Vriendjespolitiek

In een oude HP|de tijd van 5 mei 2006 stond een interessant artikel over "vriendjespolitiek". De inleiding spreekt al boekdelen: "Wie een leuke baan in de publieke sector wil, moet lid zijn van PvdA, CDA, VVD of D66. EN dus kan 99 procent van de Nederlanders geen burgemeester, topambtenaar of topadviseur worden."

In het artikel staan verder allerlei interessante wetenswaardigheden over benoemingen (schuin is letterlijk overgenomen):

  • Alle topambtenaren op de ministeries zijn bijvoorbeeld keurig verdeeld over de vier grote partijen.
  • Dat geldt ook voor "onafhankelijke controleurs" als de Algemene Rekenkamer, de Autoriteit Financile Markten, de Raad van State, De Sociaal-Economische Raad, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, het Centraal Planbureau, het Ruimtelijk Planbureau, de zorg, de omroepen, het 'onderwijsveld' en de sociale zekerheid.
  • De Haagse banenmotor heeft het probleem van het vinden van een ander "baantje" de afgelopen vier jaar voorbeeldig opgelost. Van de 24 Paarse politici met een 'probleem' (ex-bewindspersoon of beschadigd fractievoorzitter) zitten er nog maar vijf in de Kamer. In totaal waren alle vertrekkers goed voor ruim 300000 voorkeursstemmen. Drie zijn er minister geworden (Zalm, Remkes, Hoogervorst), n is er overleden (Adelmund). Alle anderen, op n na, hebben elders onderdak gevonden in de (semi-) publieke sector (Annemarie Jorritsma (VVD) bijvoobeeld werd burgemeester van Almere, Margo Vliegenthart ging naar de SER). Dick Benschop is de enige die naar het bedrijfsleven overstapte: hij ging naar de Shell. Maar ook die stap is niet ver van het nest. Al in de dagen van Colijn waren er warme banden tussen de toenmalige Bataafsche Oliemaatschappij en de Nederlandse staat. Later 'leverde' Shell onder andere Frits Bolkenstein (VVD) en Wouter Bos (PvdA); Wim Kok (PvdA) werd er commissaris na zijn vertrek uit de politiek.
  • Ook eigenaardig: de benoeming door Hoogervorst (VVD) van defensiespecialist Frank de Grave (VVD) als voorzitter van het College Tarieven Gezondheidszorg. Slechts drie maanden, vlak voor zijn benoeming, had de Grave "iets" gedaan met zorg als voorzitter van de vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid. Maar er zijn er meer: Hans Hillen (CDA), defensiespecialist, voorzitter van het College voor Zorgverzekeringen. Afgetreden Commisaris van de Koningin in Zuid-Holland (Ceteco-affaire) Joan Leemhuis-Stout (VVD) is nu voorzitter van de Nederlandse Verenigingvan Ziekenhuizen.
  • Nico Baakman spreekt van de "nomenklatoera", het klassieke Russische woord voor partijbonzen. Het Nederlandse systeem doet er inderdaad aan denken: wie geen partijkaart heeft, komt niet ver in de publieke sector.
  • Baakman is bezig met een boek: hoe is dit nou zo gekomen. Door het toenemende belang van de ambtenarij en de ontzuiling, werd ideologie minder belangrijk en werden politieke partijen een doel op zich. De 'rekruteringsfunctie' werd de belangrijkste taak van de partijen. Door trouwe leden te benoemen kreeg een partij invloed. Omdat een partij zelf weinig middelen heeft, is het regelen van banen de enige manier om trouwe leden te belonen. Of om ze te compenseren als ze in dienst van de partij averij hebben opgelopen, bijvoorbeeld omdat ze moesten aftreden als minister (of lees dit eens). Uit een onderzoek van Het Financieele Dagblad bleek dat er vorig jaar 149 ex-Kamerleden wachtgeld ontvingen. Dat is een compleet schaduwparlement. Geen wonder dat het verzet tegen de gekozen burgemeester zo taai is: waar lt je al die mensen als er geen baantjes meer te verdelen zijn?
  • Volgens de klassieke wetten van de kartelvorming mogen alleen de grote jongens meedoen die de regels van het spel beheersen: PvdA, CDA, VVD, D66 en een beetje GroenLinks (bijvoorbeeld commissaris van de koningin in Noord-Holland Harry Borghouts > dat zal wel verklaren waarom Borghouts zo vaak in het fusiestraatje van de grote partijen praat, een fan van Borghouts vind je hier). Dat verklaart ook waarom partijen als Groen-Links en D66 zo enthousiast meewerken aan het systeem, wie regierungsfhig wil zijn, mag geen spaken in het wiel steken. De kop in het GroenLinks Magazine van oktober 2003 laat niets te raden over: 'Commissie start lobby voor talentvolle Groenlinksers'. Met daarin deze prachtige klacht: "D66 heeft 31 burgemeesters, wij 5."
  • D66 heeft zich bij het verdelen van burgemeestersposten nooit laten weerhouden door principile bezwaren tegen de benoemde burgemeesters. Sterker nog: door een warnge ironie is het uitgerekend de partij die werd opgericht om de regenten te bestrijden, die nu het meest profiteert van de baantjesmachine.
  • In het artikel wordt een onderzoek van de Rob aangekondigd (zie volgende alinea), maar wordt wel nog geciteerd uit een eerder advies uit 1998 (olv. toenmalige minister van Binnenlandse Zaken Hans Dijkstal):
    "Naarmate het percentage Nederlanders dat lid is van een politieke partij steeds kleiner wordt, wordt het steeds moeilijker te accepteren dat de facto het lidmaatschap van een van de (grote of gouvernementele) politieke partijen een noodzakelijke voorwaarde is voor benoeming in een openbare functie. Daarmee ontstaat op termijn een steeds grotere spanning met artikel drie van de Grondwet."
  • "Het gevaar van politieke inteelt is groot en eveneens de kans dat bestuurlijke talent, dat elders aanwezig is, over het hoofd wordt gezien." Het advies was dan ook om "bij benoemingen van bestuurders en ambtenaren geen politieke verdeelsleutels te hanteren. Bij benoemingen hoort kwaliteit de doorslag te geven." Was getekend: Joan Leemhuis-Stout.

Vooral dit laatste klinkt mij als muziek in de oren. Groot was dan ook mijn verbazing toen ik het nieuwste en laatste advies van het Rob hierover las. Daar vinden ze partijpolitieke benoemingen opeens niet meer zo'n probleem, waarbij de argumentatie is dat zo gegarandeerd kan worden dat een bestuurslichaam "een afspiegeling van de politieke verhoudingen" is. Hiermee wordt eigenlijk met zoveel woorden gezegd dat dergelijke lichamen blijkbaar "politiek bedrijven". Immers, als politieke kleur er wl toe doet dan maakt het inderdaad uit welke partijen in het lichaam vertegenwoordigd zijn. Terwijl het me toch ten allen tijden beter lijkt als neutraal geachte functies ook neutraal en kundig worden ingevuld. Bij die benoemingen moet politieke kleur dus geen rol spelen.

Overigens werd deze praktijk nog eens fijntjes gedemonstreerd bij de benoeming van dhr. Baas als burgemeester van Zaanstad, zie ook een eerder nieuwsbericht op deze site. Een PvdA stad wil een PvdA burgemeester. Ook weer gek als de burgemeester bovenal eenburgervader zou moeten zijn.

Ik moest ook nog even aan de hele Breedband kwestie denken; daar lijken veel sleutelfiguren nl. k een affiliatie met n van voornoemde partijen te hebben.

Het zou mooi zijn als we personen benoemen, of nog mooier kiezen, om hun kunde en niet hun politieke kleur.

U bent hier