h

Ambtenaren

9 augustus 2006

Ambtenaren

Vandaag las ik wederom een oud artikel uit de HP|de Tijd. Grote stukken spraken me aan, want als docent weet ik dat de bureaucratie hoogtij viert. Dat vind ik maar niets. Gek genoeg worden SP-ers in discussies altijd in het kamp van de bureaucraten geschaard. De gedachte is dan blijkbaar: links, overheidsingrijpen, grote overheid, veel ambtenaren. Ik zie die relatie niet zo. Veel ambtenaren zijn alleen nodig als er veel regels zijn. Bijvoorbeeld om mensen met een uitkering te controleren. Of alle 100 uitzonderingen op een belastingregel. Of de 3 miljoen hygiene regels. Dat is niet uniek voor "linkse" partijen, daar zondigen alle partijen zich aan. En allemaal roepen de partijen dat het aantal regels minder moet. Ook Agnes Kant en Jan Marijnissen schreven dit bijvoorbeeld in dit opiniestuk in het NRC. Maar waarom zijn er dan ondertussen niet minder regels? Het artikel hieronder geeft wat aardige aanwijzingen.

Ook lokaal gaat het over "bezuinigingen" en het "terugdringen van het ambtenarenapparaat". Dat lijkt dan op het eerste gezicht een nuttige en efficinte operatie. Maar dat hangt er maar van af. Wat zijn nl. de kerntaken van een gemeente? Daar zullen de meningen over verschillen; een mooi overzicht heb ik nergens kunnen vinden, vandaar dat het een schriftelijke vraag is. Want de gemeente moet sommige taken natuurlijk wel kunnen waarborgen, of -zoals ook wel eens wordt gezegd- de gemeente moet de regie blijven houden. Dan kan het goed zijn om ambtenaren juist in dienst te houden. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de buitendienst. Daarnaast is terugdringen van het ambtenarenapparaat vooral goed als het gaat om het terugdringen van onnodige regelzucht.

Kortom, bij elke situatie nagaan of de aanwezige bureaucratie, echt nodig is.

Weg met de bureaucraten
HP/DE TIJD, 16 september 2005, door Bart de Koning

Iedereen wordt gek van ze, de ambtenaren en bobo's met hun verstikkende regelzucht. Ondanks alle mooie beloften van politici wordt de bureaucratie almaar erger. Waarom eigenlijk? Er kunnen moeiteloos 93.420 ambtenaren uit.

Een quizvraag: welke Geert ging vorig jaar in een toespraak tekeer tegen 'de groeiende korst van gewichtigdoenerige figuren die onze bedrijven, scholen en andere organisaties nutteloos belast, die parasiteert op winst en rendement, die ons, uitvoerders, het Leven steeds zuurder maakt, de nieuwe nomenklatoera, de arrogante regentenklieks van deze tijd'? Hint: even verderop in de toespraak spreekt Geert over een stille revolutie tegen de bureaucraten, die vroeg of laat naar buiten moet breken 'via woedende kiezers en belastingbetalers, via populististische protestpartijen, via rechtszaken, via stakingen of blokkades, de hemel mag het weten'. Met als uitsmijter: "Gooi die valse kleermakers de deur uit. Trek de keizer zijn gewone kleren weer aan. Morgen nog." Het kan niet missen. Die machteloze woede van de gewone man tegen de bureaucraten en de regenten, de oproep tot revolutie, de Fortuynistische oplossing ('gooi ze eruit'), dat moet Geert Wilders zijn.

Fout. De citaten zijn afkomstig uit een lezing van Geert Mak. Maar ze hadden wel van Wilders afkomstig kunnen zijn, want diens afkeer van bureaucratie is minstens zo groot als die van Mak. Geert Mak gebruikt de nogal onsmakelijke beeldspraak van een 'groeiende korst'. Geert Wilders pakt ook stevig uit: "Een uitdijende overheid hangt nu als een dronken man om de nek van de hardwerkende burgers. Steeds meer bureaucraten die steeds meer regels produceren en die samen steeds meer kosten." Wilders heeft net als Mak een radicale oplossing: "Een ongenadige inkrimping van de overheid (inclusief een grondige herziening van het ambtenarenrecht): vijftig procent minder ambtenaren."

Als Geert Mak en Geert Wilders het ergens roerend over eens zijn, dan moet er iets heel bijzonders aan de hand zijn. En dat is ook zo. Nederland mag dan over veel dingen verscheurd zijn, over een ding is iedereen het eens: bureaucraten zijn een ramp. Natuurlijk heeft ieder land wetten nodig en ambtenaren om ze uit te voeren, maar in Nederland is het zwaar uit de hand gelopen. Bakkers moeten proefstukjes cake op de toonbank na twee uur weggooien, ziekenhuisdirecteuren moeten vijf of zes jaar wachten op een vergunning voor nieuwbouw. De paarse krokodil is in korte tijd van een eenvoudige tv reclame veranderd in een nationaal symbool. Van de politiek correcte, genuanceerde Geert tot de rechts populistische Geert, Nederland lust de regelneven rauw. Bureaucratie kost burgers en bedrijven minstens zestien miljard euro per jaar, 3,6 procent van het bruto nationaal product. Om n voorbeeld te geven: een ouderpaar met een kind met een open rug was in een jaar ras uur kwijt aan regelwerk met instanties, plus meer dan 1000 euro aan heffingen.

Het kabinet heeft plechtig beloofd dat soort ellende met een kwart te verminderen. De oppositie blijft niet achter: Wouter Bos van de PvdA denkt hardop na over het halveren van de ministeries, de SP schopt tegen de bureaucratie in de zorg en het onderwijs. De boosdoeners zelf hebben de boodschap van boven begrepen en voeren staaltjes van zelfkastijding op die sinds de culturele revolutie in China niet meer vertoond zijn. Ambtenaren plaatsen zelf voorbeelden van hun meest krankzinnige regels op het web. Vroeger moest een journalist nog op reportage het land in voor een paar tranentrekkende anekdotes over bejaarden die vermorzeld werden in de ambtelijke molen. Nu zijn ze gratis te downloaden bij de overheid. Neem de casus van de ernstig zieke man die in januari een traplift aanvraagt bij zijn gemeente. Die laat, na aandringen door een raadsman, weten dat de aanvraag formeel onjuist is gedaan. Op 28 april dient de raadsman een nieuwe aanvraag in. Het afwijzende besluit wordt op 5 juli genomen, maar pas na 2,5 maand verstuurd. Inmiddels is de patint overleden.

Wilt u zelf ook klagen? Op www.lastvandeoverheid.nl incasseren ambtenaren uw klachten dankbaar. De boetedoeningen gaan gepaard met ambitieuze vijfjarenplannen waarin de ambtenaren minutieus aangeven welke regels er verdwijnen en hoeveel dat de burger oplevert. Een Grote Sprong Voorwaarts dus.
Prachtig allemaal, denkt de burger, maar... waarom merk ik er dan niets van? De formulieren voor de kinderopvang zijn nu nog ingewikkelder dan ze al waren. Kleine zelfstandigen worden wanhopig van de nieuwe zorgverzekering, terwijl die nog niet eens is ingevoerd. De belastingdienst heeft er alvast zo'n 750 extra mensen voor nodig. Artsen worden hoorndol van het nieuwe declaratiesysteem voor ziektekosten. In het blad Medisch Contact beschrijft een plastisch chirurg hoe hij in wanhoop uiteindelijk maar een 'flapoor' declareert omdat het systeem een navelbreukoperatie niet accepteert. In een ander geval krijgt de chirurg van de administratie te horen dat hij een patint eerst moet ontslaan en dan weer op moet nemen om een extra behandeling vergoed te krijgen. Geen wonder dat ziekenhuizen alvast nieuwe administratieve krachten in dienst nemen. Topmanagers in het bedrijfsleven hebben een dagtaak aan het invoeren van nieuwe boekhoudregels. Alleen al in de banksector is er in drie jaar tijd voor zeker honderd miljoen euro aan bureaucratische kosten bij gekomen en die schatting is aan de lage kant, want afkomstig van het ministerie van Financin. Premier Balkenende had beloofd dat het voor bedrijven veel makkelijker zou worden om kenniswerkers uit het buitenland aan te nemen. Begin deze maand bleek dat bedrijven nog steeds vastlopen in de bureaucratie. Zo moet er bij de aanvraag een pasfoto van een erkende Nederlandse fotograaf ingeleverd worden lastig als je in India op je vergunning zit te wachten.

De bureaucratie wordt alleen maar erger. Alleen al tussen januari
2003 en januari 2004, de meest recente meting, zijn er 51 nieuwe wetten en 31 andere regelingen bij gekomen. "Terwijl het doel was de bureaucratie te bestrijden nam, tot veler verbazing het totaal aantal regels en functionarissen toe," schrijft de Raad van State in het laatste jaarverslag. Nederlandse politici en ambtenaren verschuilen zich vaak achter Europese richtlijnen als ze kritiek krijgen op hun regeldrift. Dan zou het moeten 'van Brussel'. Dat is onzin. Uit onderzoek van justitie blijkt dat slecht zeven procent van de nieuwe wetten en vijftien procent van d andere regelingen uit Brussel komt. Het is zuur maar waar: onze eigen ambtenaren en politici zijn op hol geslagen.

Er gebeurt dus vrijwel niets aan de bureaucratie. Dat stelde de Raad van Economisch Adviseurs van de Tweede Kamer al in mei vast: "Hoewel overregulering inderdaad een hoofdzorg is van het kabinet, blijft de regeldruk hardnekkig toenemen." De economen zijn cynisch geworden over de politiek: "Het programma 'Andere overheid' zou de basis moeten leggen voor eer nieuwe overheid die de samenleving niet belast met overbodige regels. De geloofwaardigheid van dit soort programma's is echter onvoldoende om hoge verwachtingen te rechtvaardigen. Daarvoor zijn in het verleden, in Nederland en daarbuiten, te vaak en te veel gelijkaardige programma's een stille dood gestorven." De economen stellen dan ook nuchter vast dat het wegsnijden van 4,1 miljard euro aan 'administratieve lastendruk' (Haags voor bureaucratie) in 2007 niet gehaald gaat worden. De oorzaak is heel simpel: het kabinet hanteert weer eens de kaasschaaf en grijpt nergens echt in. Dat is goed te zien bij de bezuinigingen op de ambtenarij. Als het kabinet serieus werk zou maken van de bestrijding van de bureaucratie, dan zouden er nu heel wat ambtenaren op straat staan. Voor het handhaven van veel minder regels zijn immers veel minder mensen nodig. Bovendien maken minder ambtenaren ook minder nieuwe regels. Ook hier blijft de daadkracht van het kabinet ver achter bij de retoriek. In 2003 en 2004 zijn er bij de rijksoverheid 4520 voltijdbanen verdwenen. Niet indrukwekkend, op een totaal van zo'n 125.000. Nog minder indrukwekkend is dat de daling geheel is veroorzaakt door vacaturestops, natuurlijk verloop en riante prepensioenregelingen. Dit kabinet, dat vindt dat mensen langer moeten doorwerken wegens de vergrijzing, houdt ambtenaren van 55 en ouder zo'n vette worst voor (de Remkes regeling) dat ze wel gek zouden zijn als ze niet met pensioen zouden gaan. Per saldo is de belastingbetaler alleen maar slechter af. Die vuttende ex ambtenaren eten nog steeds uit de publieke ruif. Door de vacaturestops komen er geen jonge mensen meer binnen, vergrijzen de ambtenaren en komen ze dus gemiddeld in steeds hogere salarisschalen terecht. Bij de lagere overheden is het niet anders; ook daar vallen geen gedwongen ontslagen. Veelzeggend is dat het kabinet het gewone ontslagrecht wel flink aanpakt, maar met een grote boog om het heilige huisje van het ambtenarenrecht heen loopt.

Zo zitten we met een intrigerende paradox: heel Nederland wil van de bureaucratie af, maar het gebeurt niet. Waarom? De eerste reden is dat het kabinet het snoeien in de bureaucratie aan de ambtenaren zelf heeft overgelaten. De kalkoen mag zelf het kerstdiner samenstellen. En raad eens wat er niet op het menu staat? Het blijft bij goedbedoeld kaasschaafwerk. Zo probeert de belastingdienst de aangifte voor particulieren makkelijker te maken. Op Landbouw doen ze hun best om de boeren te verlossen van de ergste formulieren, op Economische Zaken werken 2 aan n loket voor de startende ondernemer. Allemaal goede initiatieven, maar... het is niet genoeg. Terwijl kleine werkgroepjes met kleine ijsbijltjes een vaargeul in het pakijs proberen uit te hakken, groeit het aan de achterkant dubbel zo snel dicht. Eric Nordholt zei het laatst mooi in een interview: "Het probleem is niet dat Nederlandse ambtenaren lui zijn, het probleem is juist dat ze zo ijverig zijn. Daarom hebben we zoveel last van ze."
Een perfect voorbeeld van die stelling is de U bocht die Karl Peijs laatst moest maken. Haar ambtenaren hadden een eenvoudige maatregel om invalidenvervoer veiliger te maken uitgebouwd tot een alomvattend plan om alle losse spullen in alle auto's te verbieden. Heel Nederland stond op zijn kop toen uitlekte dat paraplu's op de hoedenplank verboden zouden worden. Dat Peijs de maatregel vervolgens heeft ingetrokken, is uniek: het komt vrijwel nooit voor dat gezond verstand overbodige wetten tegenhoudt. Dat is de belangrijkste oorzaak van de voortwoekerende bureaucratie. Ambtenaren verzinnen zelden uit zichzelf nieuwe regels, de meeste wetten ontstaan na politieke druk. Het verschijnsel is bijna dagelijks te zien. Journalisten rapporteren de een of andere misstand (pesten op school, stoeptegel val viaduct op snelweg, patint overleden na gebruik van via intenet bestelde medicijnen) en er hapt een politicus. Dus krijgen scholen formulier nummer zoveel opgestuurd waarin ze, in drievoud, moeten aanvinken hoe vaak er gepest wordt. Dus komt er een werkgroep die gaat inventariseren hoeveel viaducten er zijn vanwaar je een stoeptegel naar beneden kunt gooien. Dus eist de Kamer, na n incident, een wettelijk verbod op de verkoop van lle medicijnen via internet.

Daar komt bij dat Nederland geen echt liberale partij heeft. Tuurlijk, een enkele VVD'er en een enkele D66'er blijven zich dapper verzetten tegen betutteling, maar de wetgevingsstatistieken laten door de jaren heen geen verschil zien tussen linkse, rechtse of paarse kabinetten: ze produceren allemaal veel regels. En dat doen ze vanuit ministeries die in de negentiende eeuw zijn opgericht en sindsdien niet wezenlijk zijn veranderd. Diep in hun hart zijn politici ook nog steeds negentiende eeuwse regenten: ze hebben weinig vertrouwen in de burgers. Artsen, onderwijzers, verpleegkundigen krijgen centraal vanuit Den Haag tot in detail voorgeschreven hoe ze hun werk moeten doen, want anders zou het weleens mis kunnen gaan. Potisch gezegd: bureaucratie is gestold wantrouwen.

Dat zou nog te verteren zijn als de politici zelf precies weten waar ze mee bezig zijn en waar het land naar toe moet. Helaas. De Amsterdamse VVD wethouder Mark van der Horst zei het vorig jaar mooi: "Ooit zijn we begonnen met drie lagen: rijksoverheid, provincie en gemeente. Maar nu hebben we zoveel bypasses en zoveel dingen dwars door elkaar, dat niemand meer weet wie wat doet. Nederland heeft een ongelooflijk inefficint, onderuitgezakt, vervet openbaar bestuur." Herman Tjeenk Willink beet begin jaren tachtig als speciaal benoemd regeringscommissaris zijn tanden er al op stuk. Hij is nu vice voorzitter van de Raad van State, maar haalt nog ieder jaar uit naar de bureaucratie: "Haast ongemerkt is in de afgelopen twintig jaar een steeds grotere tussenlaag ontstaan tussen een minister die voor het beleid verantwoordelijk is en de professionele uitvoerders van dat beleid, de dokter, de leraar, de politieagent. Een tussenlaag van vaak goed betaalde functionarissen, niet alleen op de ministeries, maar ook in zelfstandige bestuursorganen, bij andere overheden, in private instellingen, in de professionele uitvoeringsorganisaties zelf en in de samenwerkingsverbanden tussen al deze instanties. Zij zijn beleidsambtenaar, onderzoeker, rekenmeester, communicatiedeskundige, toezichthouder, (externe) adviseur en manager. De tussenlaag is het grootste probleem geworden voor het goed functioneren van taken waarvoor de staat uiteindelijk verantwoordelijkheid draagt." Het is de 'groeiende korst' van Mak, maar dan ietsje netter omschreven. Er zijn nauwelijks tegenkrachten die de groei afremmen. Zo zitten er nauwelijks mensen uit het bedrijfsleven in de Tweede Kamer, en vooral veel ex ambtenaren: Dat is goed te merken. "Het hechte netwerk van onderwijsspecialisten in de Kamer en een omvangrijk ambtelijk apparaat verklaren waarom het ministerie van Onderwijs berucht is om de overdaad aan regelgeving," zo geeft de Raad van Economisch Adviseurs als voorbeeld. Dat hele onontwarbare kluwen van bureaucraten en regels is
vrijwel onaantastbaar. Sinds de jaren tachtig heeft ieder kabinet plannen bedacht om erin te snoeien, en altijd met averechts gevolg.

Toch blijft dit kabinet stug volhouden dat de administratieve lastendruk wel degelijk daalt, terwijl de rest van Nederland weet dat die steeds erger wordt. Het kabinet neemt zijn toevlucht tot 'tijdelijke opschortingen van de waarheid', zoals de politicoloog Willem Witteveen dat ooit mooi heeft omschreven. Ten onrechte, want het probleem is ernstig. "De verambtelijking van het publieke domein is het voornaamste probleem in het functioneren van de overheid geworden," stelt Tjeenk Willink terecht vast. De bureaucratie vergroot niet alleen de kloof tussen burgers en overheid, het is ook een ramp voor de Nederlandse economie, die praktisch stilstaat terwijl de rest van Europa doorgroeit. Bijna vier procent van al het geld dat we verdienen gaat verloren aan papieren rompslomp. De Raad van Economisch Adviseurs pleit daarom voor een radicale aanpak: laat het snoeien in de regels niet langer over aan de ambtenaren, maar laat een externe partij de overbodige regels schrappen. De bijbehorende ambtenaren kunnen dan ook weg. De ministeries van Landbouw en Economische Zaken kunnen helemaal opgeheven worden, vinden de economen. Nederland voert sinds het debacle met de RSV geen industriepolitiek meer, dus een apart ministerie dat subsidies uitdeelt aan bedrijven is overbodig. In de landbouwsector werkt nog slechts een paar procent van de beroepsbevolking, dus een eigen ministerie is niet meer nodig. Andere ministeries kunnen samengevoegd worden tot in totaal zes of zeven. Volgens de economen is het mogelijk om het aantal Haagse ambtenaren met tientallen procenten terug te brengen. Dat komt neer op zo'n dertigduizend rijksambtenaren. De Britse Conservatieve Partij heeft begin dit jaar op een vergelijkbare manier de Britse overheid doorgelicht. Conclusie van het onderzoek was dat er 230.000 ambtenaren uit konden.

Voor Nederland zijn zulke rekensommen ook te maken. Er is al veel onderzoek gedaan naar overtollige bureaucratie er gebeurt alleen nooit wat mee. Wie eens flink met de stofkam door de instanties gaat, ontdekt dat er 93.420 bureaucraten uit kunnen. Let wel: bij deze operatie is geen agent, leraar of vuilnisman gesneuveld. De overheid wordt er alleen maar beter van.

Hoe snijden we in de ambtenarij?
Voor Geert Wilders is het makkelijk gooi de helft van de ambtenaren eruit. Was het maar zo simpel. Er werken 981.000 mensen bij de overheid. Wilders wil natuurlijk niet de helft van de agenten, vuilnismannen en leraren op de keien zetten. Het gaat om de bureaucraten die regels maken op de ministeries n de overhead binnen instellingen, bijvoorbeeld scholen, die het leven van de uitvoerders zuur maakt. Een zekere mate van bureaucratie is natuurlijk nodig in een moderne samenleving. De vraag is: wanneer worden overhead en bureaucratie schadelijk? Adviesbureau Berenschot heeft het een paar jaar geleden haarfijn uitgezocht voor een heleboel sectoren. Ministeries hebben bijvoorbeeld een overhead van 44,5 procent, 'aan de ruime kant', vindt Berenschot. Welzijnsorganisaties hebben een
overhead van 18,1 procent; dat is weer 'te krap'. Deze getallen worden in dit artikel aangehouden om te bepalen of er ergens teveel bureaucraten werken: een overhead van 20 procent is mooi mager, boven de 25 procent is t vet. De zorgsector blijft in dit verhaal wegens ruimtegebrek buiten beschouwing; met een miljoen werknemers is de sector net zo groot als de overheid.

Ministeries
De ministeries van Economische Zaken en landbouw worden opgeheven. Niet alle EZ'ers hoeven eruit: het CPB en de NMa doen bijvoorbeeld nuttig werk. Een reductie van 2500 man is haalbaar. Het bespaarde geld gaat naar verlaging van de vennootschapsbelasting.
Landbouw kan weg. Een klein deel van de ambtenaren blijft nodig voor bijvoorbeeld voedselkwaliteit en natuurbeheer (naar VROM). Er kunnen 4000 man uit. Zelfs binnen de PvdA wordt tegenwoordig hardop nagedacht over het saneren van het ministerie van Onderwijs. Wegens de huiveringwekkende conduitestaat van deze bureaucraten moet de helft weg: 1400 ambtenaren. Op de overige ministeries werken samen zo'n 110.000 ambtenaren. Daarvan is gemiddeld 44,5 procent overhead, 'aan de ruime kant', volgens Berenschot. Stellen we de gezonde overhead voor een ministerie op 25 procent, dan kan dus een vijfde van het totale personeel eruit: 22.000 ambtenaren. In totaal bespaard op ministeries: 29.900, af te ronden op 30.000. Dat zijn de 'tientallen procenten' die de Raad van Economisch Adviseurs nodig vindt.

Gemeentes en provincie
Er zijn 198.000 gemeenteambtenaren. In 1999 waren het er nog 175.000. Die forse groei is niet terug te vinden in een stijging van de productiviteit, zoals het Sociaal Cultureel Planbureau onlangs droog vaststelde. Tijd voor het snoeimes. Gemeenten besteden circa tien procent van hun totale budget van 45 miljard euro aan 'planning, control en informatieverplichtingen (= bureaucratie). Ieder procentpuntje verlichting levert 450 miljoen euro op. Gemeenten verschillen ongelooflijk van elkaar als het gaat om efficiency. Het ambtelijk apparaat varieert van 3,4 tot 11,4 ambtenaar per duizend inwoners. De overhead ligt gemiddeld op 34 procent, meer dan de helft zit te ruim in zijn jasje. Gedwongen ontslagen zijn nog nergens gevallen. Dat moet veranderen. Een overhead van twintig procent is volgens Berenschot 'krap', en dat is precies van we nodig hebben. Dat betekent een reductie van 34 naar 20 procent, oftewel 27.720 ambtenaren. Omdat we niet flauw willen doen, maken we er 30.000 van. Provincies krijgen net zo'n bezuiniging: 2000 van de 14.000 man eruit.

Controlitis
Arthur Docters van Leeuwen klaagde in 2000 in een filosofische bui over 'controlitis', een ziekelijke neiging tot controleren. De beurstoezichthouder is er zelf een aardig voorbeeld van. Begin jaren negentig werkten er bij de voorganger van de Autoriteit Financile Markten zo'n 60 mensen. Die hadden 14 wettelijke taken en hielden toezicht op 85000 instellingen. Kosten: 38,3 miljoen euro. Dit jaar werken er 494 mensen (plus 21 vacatures), met 39 wettelijke taken en 25.000 organisaties onder toezicht. Kosten: 69,2 miljoen euro. Daarmee is Docters van Leeuwen een prototypische Nederlandse bestuurder: ze zijn allemaal heel erg tegen bureaucratie, behalve op hun eigen vakgebied. Gevolg is een enorme wildgroei aan toezichthouders, vaak boven op elkaar gestapeld. Er zijn 200 (clusters van) bestuursorganen en rechtspersonen met een wettelijke toezichtstaak. Sommige zijn groot, zoals de AFM, andere zijn klein, zoals de Stichting Examens Vakbekwaamheid Honden- en Kattenbesluit. Niemand heeft een overzicht van het totaal aantal mensen dat er werkt. Voorstel: gemiddeld allemaal 25 mensen inleveren. Dat levert met 200 instanties een besparing op van 5000 man. Bij de politie klaagt iedereen, van commissaris en officieren van justitie tot vakbondsbestuurder over de bureaucratie.
Volgens de Rekenkamer gaat slechts de helft van alle gewerkte uren naar direct politiewerk. Driekwart van het politiepersoneel is executief, de rest is technisch-administratief. Uitgaande van een (volgens Berenschot) gezonden overhead van twintig procent kan er dus vijf procent uit: 2900 man.

Byzantijns bestuur
Wist u dat Nederland een Productschap Wijn heeft? Er werken 8 mensen en het kost 2,5 miljoen euro. Het is een van de 17 product en bedrijfschappen die Nederland rijk is. De schappen zijn een erfenis uit het corporatistische denken, dat zijn hoogtepunt beleefde onder Hitler en Mussolini. Volgens het corporatisme moeten ondernemers niet concurreren, maar knus samenwerken. In 2005 liggen de schappen zwaar onder vuur. Ze incasseren jaarlijks voor 360 miljoen euro aan verplichte heffingen, maar stellen daar volgens kritische ondernemers te weinig tegenover: flauwe reclamecampagnes, zoals 'Kijk eens wat vaker in de spiegel van de kapper', en onderzoek waar niemand op zit te w
achten (in de landbouwhoek). Opheffen van schappen scheelt 102o banen.
Verwant probleem zijn de Kamers van Koophandel. Daarvan zijn er 21, meteen Byzantijns polderbestuur. Op 2000 werknemers zijner 842 bestuurders. Kosten voor ondernemers: 137 miljoen euro per jaar. Samenvoegen tot n landelijke organisatie met vijf bestuurders levert een reductie op van 837 bobo's. Verder volgen we hier Balkenende. Een kwart lagere administratieve lasten betekent een kwart van het personeel eruit: een besparing van 500 banen.

Krankzinnige schaalvergroting
Het onderwijs is de ideale speeltuin voor politici die willen knutselen aan de maakbare samenleving. Dat heeft vooral heel veel bureaucratie opgeleverd. Volgens de Onderwijsraad gaf de overheid in 198o per jaar per leerling gemiddeld 600 euro uit aan beheer (lees: bureaucratie). In 2000 was dat gestegen tot 1700. Het bedrag per leerling dat direct voor onderwijs bestemd is, steeg in diezelfde periode van 3800 naar 4000 euro. Dit zijn gemiddelden voor het hele onderwijs; de bureaucratisering in het HBO is veel ernstiger. Door de krankzinnige schaalvergroting stegen de kosten van de overhead tussen 1980 en 2000 met 83 procent, terwijl het direct voor onderwijs bestemde bedrag per student met 16 procent daalde. Voor studenten op universiteiten daalde het bedrag met 32 procent. Op de Universiteit van Amsterdam gaat nog maar 46 procent van het budget naar onderzoek en onderwijs. Van het personeel is nu op universiteiten 47 procent ondersteunend, op HBO's 43 procent. Het wordt hoog tijd om de (hoog) leraren te bevrijden van de cordinatoren, managers en adviseurs. Hier rest slechts n maatregel: de helft van het ondersteunend personeel eruit, terug naar de verhoudingen van 1980. Dat betekent een kwart van het personeel weg: 22.000 man.

Bestuurlijke spaghetti
'De wet van klets' noemt de Amsterdamse WD wethouder Mark van der Horst het: te veel bestuurders, te veel bestuursorganen en te veel onduidelijkheid over wie wat doet. Te veel bestuurders is nog gevaarlijker dan te veel ambtenaren, omdat nieuwe maatregelen beginnen bij bestuurders. Amsterdam heeft maar liefst 425 politici en bestuurders, in deelraden, gemeenteraad, college en dagelijks besturen. Dat is exclusief recreatieschappen, waterschappen en regionale organen. Wereldsteden als New York en Mnchen doen het met minder dan 100 politici. Weg met die 'bestuurlijke spaghetti' van Van der Horst: minstens 400 bobootjes eruit. Dan de bezem door de Provinciale Staten. Nederland heeft 760 Statenleden. In een halfslachtige operatie daalt dat in 2007 naar 564. Nog steeds belachelijk veel; 25 per provincie is genoeg. Een besparing van 460 politici. Dan een stapje hoger: de Tweede Kamer. Daar lopen zoveel Kamerleden rond dat ze te veel tijd hebben voor flauwekul. Joost Eerdmans stelde vorig jaar een topdrie samen: Kamervragen over een 'tenenlikker in Rotterdam', 'zebrapaden in Eemsmond' en 'postcodeproblematiek in Moerdijk'. Halvering dwingt de overgebleven 75 parlementarirs om zich op de hoofdlijnen te richten. De Eerste Kamer kan opgeheven worden. Die houdt vrijwel nooit wetgeving tegen, behalve als het gaat om het tegenhouden van bestuurlijke vernieuwing. Weg ermee dus. Totale score in het segment politici: 1010.

U bent hier